Over je woorden zorgvuldig kiezen als het gaat om je kinderen, schreef ik al eens. Maar volgens mij gaat het ook meer om hoe je bent, hoe je doet, hoe je kijkt, hoe je reageert, hoe je beweegt.
Vooral bij Rine ervaar ik heel goed hoe ze op me let en me in de gaten houdt, en hoe ze me nadoet. Soms is dat grappig en schattig en aandoenlijk. Maar ik ben ook een gebrekkig persoon en dan denk ik, och arm kind, dat ik nou krek jouw voorbeeld ben.
Ik zie het hoe Rine na het douchen op dezelfde manier als ik haar hoofd naar voren gooit en haar haartjes in een handdoek wikkelt, hoe ze dezelfde crèmepjes wil opsmeren. ‘Waarom gebruik je make-up, mama?’ ‘Ik wil ook mijn haren krullen.’ ‘Waarom kijk je zo boos, mama?’ ‘Ik wil op jou lijken, mama.’
Wat laat je zien, en wat geef je mee, is iets wat in het normale dagelijkse leven in een flits of zucht gebeurt. Het is zowel beklemmend als bevrijdend.