Hoe heurt het eigenlijk?

We zijn nachtje weg, en slapen in Botanic Sanctuary Antwerp, een hotel in een oud kloostercomplex met een heuse kapel om te bezoeken.

Bij het inchecken werd ons een welkomstdrankje aangeboden. Er volgden Fransachtige woorden, en wij geen idee wat ze bedoelde. Er volgde een kleine stilte. ‘Een licht mousserende wijn,’ zei ze ter verduidelijking. Aha.

De hostess kwam met een dienblad met champagne naar ons toe, met in haar hand een knijptangetje waar ze een warm doekje in had. Ze gaf er één aan Geert en daarna eentje aan mij. De hostess keek ons hoopvol aan. Het was duidelijk dat wij iets met dat warme doekje moesten doen. Ik keek naar Geert in de hoop dat hij wist wat hij met dat doekje moest doen. Geert keek ook licht twijfelend naar dat doekje, daarna naar mij en toen naar de hostess, en deed maar wat het meest logisch leek: de handen ermee schoonvegen. Ik deed hem lafjes na.

Opluchting. Het leek alsof we het goede gekozen hadden. Met een bemoedigend knikje nam de hostess onze doekjes weer terug, en kregen we daarna onze champagne.

Dit voorval deed me denken aan een verhaal dat ik een tijdje terug van iemand hoorde, en waar ik ook zo om moest lachen. Het is ons een keer overkomen, en degene die het verhaal vertelde ook, dat je in een (sterren) restaurant een kommetje krijgt met warm water, waar ze een wit opgerold iets in doen, en dat popt open tot een roosje (of iets in die richting). Maar het wordt zo geserveerd, dat het lijkt alsof je een tussengerecht krijgt.

Dus diegene die dit ook voor z’n neus kreeg, dacht lekker, een hapje. Hij pakt z’n mes en vork, snijdt het opengeplopte roosje doormidden en stopt het verwachtingsvol in z’n mond. Door welke smaakcombinatie zou hij nu verrast worden?

Het bleek een servet te zijn.

Leave A Reply

Navigate