Vaak ben ik niet zo stellig. Natuurlijk, ik vind wel dingen, en heb wel overtuigingen, maar dat bestaat vooral in mijn hoofd. Want in relatie tot anderen, valt een sterke mening altijd weg. Iets blijkt toch niet zo te zijn, iemand heeft een ander (goed) perspectief, een nuance waar je jezelf nog niet aan gedacht hebt, weer een ander een invalshoek die ook plausibel blijkt te zijn.
Maar waar ik wel stellig over ben, zijn strings. Waarom zou je omatentdoeken verkiezen boven een string? Daar moest ik aan denken toen ik een wasje wegvouwde (en dat doe ik aan de lopende band, dus moet je nagaan hoe vaak ik hier aan denk). Als ik íets lelijk vind, dan zijn het van die onderbroeklijnen die je door een broek, rok of jurk heen ziet. Dat verpest het hele silhouet.
Ik was dus een was aan het wegvouwen, en moest weer denken en lachen om mijn moeder, die vroeger altijd licht cynisch zei, je onderbroeken zijn zo klein, dat ik de knijper aan het waslabel moet hangen om ze op te hangen in de waslijn. Grappige ondertoon, zachte kritiek.
Toen mijn moeder mijn was eens deed, kreeg ik de meest schattige pakketjes strings terug. Natuurlijk moest ik weer aan dat wasknijperverhaal denken, maar die pakketjes opgevouwen strings waren ook geniaal. Sindsdien kan ik mijn onderbroeken níet níet meer op die manier opvouwen.
Zie hier een fotostappenplan.
Comments are closed.