Klagen mag

Klagen is goed. Mits je er maar niet in blijft hangen natuurlijk. Zoals ik graag mag zeggen: evalueren, accepteren, anticiperen.

Net zoals constructief roddelen goed is voor het sociale systeem, zo is klagen goed voor je interne systeem. Klagen lucht op.

Het is weer meivakantie, en m’n haat-/liefdeverhouding met vakanties laait weer op. Ik gun mezelf even één keer over een aantal zaken te klagen, en daarna ga ik weer vrolijk verder met m’n leven.

  • De illusie van vakantie. Het woord vakantie roept allerlei associaties op met anders dan anders. Dus een onderbreking van het normale. Dat is een illusie. Tafel dekken, afruimen, vaatwasser inruimen, vaatwasser leeghalen, stofzuigen, opruimen, wassen, opvoeden, nog meer opruimen, ruzies beslechten, nog meer wassen; alles gaat gewoon door.
  • ‘s Ochtends geen gehaast. Ik denk lekker relaxed te kunnen doen ‘‘s ochtends. Er hoeven geen kinderen naar school, ik hoef zelf niet naar m’n werk. Dus ik doe ook rustig aan. Lang koffiedrinken, uitgebreid ontbijten, kinderen in pyjama’s laten. En dan, dan om 10.00u ontploft de boel. Het is een chaos, want er is niets opgeruimd, ik zie er zelf uit alsof ik elk moment ter aarde besteld kan worden, de kinderen beginnen ruzie te maken, niemand is nog aangekleed, er zijn nog geen tanden gepoetst, en er is geen zicht op verlossing.
  • Het gevoel van leuke dingen moeten doen. I love scharrelen in huis. Maar dan wel in m’n eentje. Maar ik ben niet alleen, dus ben ik vervolgens de hele vakantie bezig met de juiste balans zoeken tussen de kinderen zichzelf vermaken (rondom het huis spelen), en laten vermaken (georganiseerde uitjes/tripjes). Overal om je heen zie en hoor je dat er leuke dingen gedaan worden, en dat geeft toch ook het gevoel dat ik leuke dingen moet doen met m’n kinderen.
  • De leefruimte wordt overgenomen. Ik leef nu eenmaal niet alleen. De kinderen leven er ook. Iemand doet bijvoorbeeld alle deuren op slot, als oplossing om buurtkinderen af te schudden. Super handig, als ik net buiten ben, en naar binnen wil, omdat ik nodig moet plassen. Iemand doet op een fijne zonnige dag de jaloezieën helemaal dicht, waardoor het net lijkt alsof je in een bunker woont. Ik heb zin in wat lekkers, maar alles is al opgegeten. Ik moet naar de wc, maar ze zijn áltijd bezet. Enzovoort, enzovoort.

Zoals ik al zei, klagen lucht op. Evalueren, accepteren en anticiperen.

Leave A Reply

Navigate