Aaltine Hoekstra

10 Posts Back Home

Aangeleerde hulpeloosheid

Ik ben nog van een generatie waar niet zo gretig met stempeltjes en diagnoses werd geplakt. Dyslectici, tos, dyscalculie, ass, pdd-nos, adhd, add.

Van de meeste afkortingen weet ik niet eens de volledige naam, alleen dat ik er in mijn werk geregeld mee in aanraking kwam en dat ik ongeveer weet wat het precies is en hoe je ermee om moet gaan. (Spoiler: zorg voor structuur, zorg voor een veilige leeromgeving en wees duidelijk). In een interessant artikel stuitte ik op de term ‘aangeleerde hulpeloosheid’ wanneer er (te) makkelijk en snel een label wordt geplakt, met de terechte kritiek dat het de vraag is of een kind er altijd mee geholpen is.

Ergens is het wel jammer dat ik het moet doen met zelfgediagnosticeerde stoornissen. Want heus, er is van alles mis met mij.

Maar als je een label of een stempel krijgt, dan moeten doorgaans anderen zich aan jou aanpassen, maar voor al mijn gebreken past niemand zich aan. Helaas.

Zo heb ik mezelf gediagnosticeerd met excelvrees. Dat werkt ten dele. Ik kan voor geen meter werken met dit programma, maar hoewel mijn diagnose serieus is, is de bereidheid om tabelletjes voor mij in elkaar te flansen gering.

Daarnaast ben ik nog op zoek naar een diagnose voor het feit dat ik heel vaak tijden van afspraken niet goed kan noteren. Of wel noteer, maar het vervolgens compleet vergeet.

Ter illustratie: Portfoliogesprekken van mijn kinderen: netjes in m’n agenda gezet, compleet vergeten. Afspraak bij de gemeente: kwartier te vroeg, terwijl het juiste tijdstip wel in m’n agenda stond. Daarna een afspraak op m’n werk: bleek de week daarop te zijn. Stond ook keurig in m’n agenda. Oudergesprekken op m’n werk: tijdstip verkeerd in m’n agenda gezet. Ik kan oneindig doorgaan met deze lijst.

Hier moet toch een label op te plakken zijn? Wie heeft er een diagnose voor mij, zodat ik niet meer met het gevoel hoef rond te lopen een sukkel te zijn!

Een Porsche onder de stofzuigers.

De Dyson air wrap kon me niet bekoren, maar holy moly, de Dyson v15 (stofzuiger welteverstaan) is een Porsche onder de stofzuigers!

Stofzuigen is altijd al een kalmerende hobby van me geweest. Stofzuigen maakt me kalm, geeft controle, en er is niets lekkerders dan het rinkelende geluid van vuil door je stofzuiger horen gaan. Toen we een paar jaar geleden nog volop in de baby-, peuter-, kleuterfase zaten met onze kinderen, was mijn ultieme geluksmoment het moment waarop Geert ‘‘s avonds de kinderen mee naar boven nam voor de bb-regeling, en ik ongestoord 20 minuten kon stofzuigen.

Is het trouwens gestofzuigd of stof gezogen? Laat het weten in de comments! Onder mijn volgers met het juiste antwoord verloot ik een Dyson v15! 🤩 (grapje natuurlijk)

Maar terug naar stofzuigen. Ik stofzuig gemiddeld drie keer per dag, maar nu ben ik er dus achter gekomen dat ik me altijd in een schijnschoonheid heb gewaand. Ik dacht dat ik een schone, nette vloer had, totdat ik gister met de groenverlichte LEDlamp van de Dyson zag hoeveel stof en viezigheid er eigenlijk wel op onze vloer lag (terwijl ik een paar uur daarvoor nog gestofzuigd had).

Het kan zijn dat ik over een tijdje in de rehab moet.

Hompelvoet

Een wijs iemand schreef al eens ‘een boekenclub gaat niet om boeken, maar om de mensen die de boeken lezen.’

Omdat ik dat hartgrondig eens ben met de schrijver, heb ik me er toe laten verleiden om ‘De verworvenheden’ te lezen. Eén reden waarom ik ook wel zin had om dat boek te lezen is omdat de ondertitel is ‘of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn’. Dat woord Hompelvoet resoneert zo lekker. Het blijft hangen, waardoor in ieder geval de fascinatie naar Hompelvoet geboren wordt.

Een tijdje terug las ik een artikel van Bas Heijne over hoe we juist meer lezers nodig hebben, in plaats van schrijvers. Ik denk dat hij gelijk heeft.

Maak van het kleine, het particuliere, het ogenschijnlijke gewone, maak dat zo belangrijk, zo groot, dat het betekenis krijgt. Zo heb ik uiteindelijk het verhaal begrepen. Het heeft me alleen niet overtuigd. Particuliere vraagjes, persoonlijke fascinaties, individuele zoektochten, het kán betekenis hebben, ook voor een ander. Maar dan moet de waarom van een grote bamikegel ook grootst zijn. En die lijkt er niet te zijn.

Averechtse motivatie

Ik heb een paar gezondheidsapps. Eentje voor m’n stappen, en eentje voor het bijhouden van calorieën. En zoals dat vaak gaat met die dingen: je begint enthousiast, en na een tijdje gaat de lol er vanaf, en komt het op een laag pitje te staan, of je stopt ermee.

Maar die apps sturen mij elke dag positief motiverende teksten, die grappig genoeg averechts werken, en nu is dat een vast onderdeel van mijn leven geworden. Opbeurende, motiverende en vriendelijke berichtjes die me vertellen dat er een nieuwe dag is, met nieuwe kansen. Of, wanneer ik 5 stappen heb gezet, dat ik ‘lekker bezig’ ben. Of, heb je wel genoeg water gedronken? Gevolgd door een weetje hoe belangrijk water drinken is. Of, wat voor lekkers heb je bij de lunch gehad? Voeg dat toe in de app! (Met de belofte dat mijn leven er beter op wordt).

Na een tijdje wordt zo’n app denk ik ook moe van dat opbeurende positieve gedoe. Tenminste, zou ik wel worden. De berichtjes worden namelijk wat kattiger. In plaats van: ‘Vandaag wordt geweldig, je kan weer je bewegingsdoel halen’, krijg ik: je hebt het wéér niet gehaald. Hetzelfde met de calorieapp: sla je maaltijden over? We horen al een tijdje niets van me. De apps worden een beetje boos op me, en gaan me ter verantwoording roepen.

Dát is het echte genieten.

Nu ben ik dus aan het wachten op het moment dat ik compleet de huid vol word gescholden, en dat het allemaal zinloze tijd is geweest, al die energie die ze in mij hebben gestopt, en waarom reageer ik nooit op de berichtjes? Wil ik dan geen beter en gezonder leven? Zij hebben zo hun best gedaan.

Straks zijn ze zo boos op mij dat ze zichzelf verwijderen van mijn telefoon, en nooit meer iets van zich laten horen. Goh, wat zal dat wennen zijn. Misschien ga ik het dan zelfs missen.

Je hoeft niet altijd een mening te hebben

De trouwe lezer zal merken dat de frequentie op m’n blog een dalende trend laat zien.

Grappig genoeg zit de uitdaging van elke dag een stukje schrijven nog wel in m’n hoofd, maar ergens maak ik niet meer de tijd vrij om wat op te schrijven. Bij tijd en wijle vind ik alles zo zinloos. Moeite doen voor iets wat niets oplevert. En terwijl ik heus weet dat daar toch ook wel de kracht in zit. Of het mooie.

De laatste tijd worstelde ik ook met het idee ‘ergens iets van vinden.’ Iedereen vindt overal wat van, en heeft er ook geen moeite mee om dat te verkondigen. Neem bijv de ‘trad wifes’ op social media. (Net zoals met de meeste Engelse termen moest ik natuurlijk eerst opzoeken wat ermee bedoeld werd.) Ik geniet ontzettend van de filmpjes van trad wifes. Ze maken me kalm, ze geven me hoop, en het beurt me op. Maar toen las ik een artikel over, weet niet meer precies waar het over ging, en daar werden de trad wifes bekritiseerd. Iemand met een mening moest mijn geliefde trad wifes bekritiseren. Weg was m’n lol.

Vandaag hoorde ik een anekdote, waarbij een collega uit China zei: ‘Jullie Nederlanders zijn raar. Jullie hebben het gevoel overal een mening over te moeten hebben. Maar dat hoeft toch helemaal niet?’

Heerlijk verfrissend. Geen mening over alles. Misschien zijn oprechte vragen wel goed genoeg.

Ongevraagd

Wij nemen ongevraagd foto’s van onze kinderen, en plaatsen die zonder schroom op het wereldwijde web.

En natuurlijk doen we dit uit liefde, maar dat het bezwaarlijk is, ondervond ik zelf de afgelopen tijd. Kinderen doen namelijk hun ouders na, dus waar word ik, vaker dan me lief is, mee geconfronteerd? Juist. Foto’s van mezelf die niet per se flatterend zijn. (En ik heb dan nog de macht om ze te verwijderen en ze niet op het web te slingeren).

Maar voor jullie vermaak hier wat foto’s die ik willekeurig in m’n fotobibliotheek terugvond.

Kromme houding
Een lekker koekje bij de koffie

Ik voel ze kinderen!

Terug naar Peter Woort

Vroeger sportte ik bij Peter Woort, en er zijn natuurlijk meerdere argumenten te noemen waarom ik daar nu niet meer sport. Maar vandaag parkeerde ik er weer een keer, omdat ik bij de Praxis moest zijn. Plotseling beving een sentimenteel en nostalgisch gevoel mij en dacht ik terug aan al die jaren dat ik er sportte en hoe leuk, en goed, en gezellig dat was. Ik dacht terug aan die tijd in mijn leven, hoe ik was, eruitzag, wat ik deed, hoe ik me voelde. En even dacht ik ‘Zal ik weer terug gaan naar Peter Woort? Weer terug naar dat wat ooit geweest was?’ (Wetende dat in het leven van nu dat voorbije nooit meer terugkomt).

Over dit mechanisme las ik iets in de Correspondent, over het proberen te duiden van de verkiezingsuitslag, een verklaring zoekend voor de winst van de pvv.

Ik vond het een interessante gedachte: mensen stemmen op de pvv omdat de pvv een verlangen oproept naar vroeger toen alles beter was. Maar later dacht ik, misschien is het een element dat meespeelt in stemgedrag, maar het kan nooit de hele waarheid zijn.

Stemmen omdat je terug wilt naar het verleden: is dat een basis waarop mensen stemmen? Stemmen mensen niet eerder op dat wat ze graag in de toekomst willen zien. Is stemmen niet eerder een kwestie van vooruitkijken in plaats van terugkijken?

De meesten die (online) iets proberen te zeggen/te duiden over het stemgedrag van mensen, zijn welgestelde geprivilegieerde mensen. In de comments onder gewichtige en zorgelijke post kun je iets terugvinden van de beweegredenen van mensen om te stemmen op wat voor politieke partij dan ook.

Niet aangeboren knutseltalent

Gaat het mij lukken dit na te maken?

Degenen die mij al lang(er) kennen, weten dat ik geen handigheid en aangeboren talent heb voor knutselen. Een surprise maken staat voor mij gelijk aan een tabel maken in excel, wat ik met mijn zelfgediagnosticeerde excelvrees ook niet kan.

Dus mijn oudste helpen met een surprise maken – die ook geen aangeboren knutselgen heeft, is iets waar ik me echt toe moet zetten. Gelukkig kom je tegenwoordig met wat handige tutorials op YouTube al een heel end. Even was ik nog in de verleiding een kant-en-klaar surprisepakket voor veel te veel geld te kopen, maar welke les leer ik mijn kind dan?

Elke surprise moet in ieder geval de basis van een schoenendoos hebben, want anders loop ik vast. Goed, ik lekker een schoenendoos met blauw papier aan het beplakken, en ik denk dat een bemoedigend ‘Dat doe je goed, mam, heb je soms vroeger op een knutselclub gezeten?’ het hoogst haalbare compliment voor mij is.

Vanmiddag was ik een tevreden mens.

Hoe heurt het eigenlijk?

We zijn nachtje weg, en slapen in Botanic Sanctuary Antwerp, een hotel in een oud kloostercomplex met een heuse kapel om te bezoeken.

Bij het inchecken werd ons een welkomstdrankje aangeboden. Er volgden Fransachtige woorden, en wij geen idee wat ze bedoelde. Er volgde een kleine stilte. ‘Een licht mousserende wijn,’ zei ze ter verduidelijking. Aha.

De hostess kwam met een dienblad met champagne naar ons toe, met in haar hand een knijptangetje waar ze een warm doekje in had. Ze gaf er één aan Geert en daarna eentje aan mij. De hostess keek ons hoopvol aan. Het was duidelijk dat wij iets met dat warme doekje moesten doen. Ik keek naar Geert in de hoop dat hij wist wat hij met dat doekje moest doen. Geert keek ook licht twijfelend naar dat doekje, daarna naar mij en toen naar de hostess, en deed maar wat het meest logisch leek: de handen ermee schoonvegen. Ik deed hem lafjes na.

Opluchting. Het leek alsof we het goede gekozen hadden. Met een bemoedigend knikje nam de hostess onze doekjes weer terug, en kregen we daarna onze champagne.

Dit voorval deed me denken aan een verhaal dat ik een tijdje terug van iemand hoorde, en waar ik ook zo om moest lachen. Het is ons een keer overkomen, en degene die het verhaal vertelde ook, dat je in een (sterren) restaurant een kommetje krijgt met warm water, waar ze een wit opgerold iets in doen, en dat popt open tot een roosje (of iets in die richting). Maar het wordt zo geserveerd, dat het lijkt alsof je een tussengerecht krijgt.

Dus diegene die dit ook voor z’n neus kreeg, dacht lekker, een hapje. Hij pakt z’n mes en vork, snijdt het opengeplopte roosje doormidden en stopt het verwachtingsvol in z’n mond. Door welke smaakcombinatie zou hij nu verrast worden?

Het bleek een servet te zijn.

Stemmen

Het is bijzonder hoe weinig ik me momenteel interesseer voor de politiek, en de aanstaande verkiezingen. Vanwaar mijn desinteresse? Ik kan er (nog) niet echt een goede verklaring voor vinden.

Normaal gesproken ben ik wel redelijk op de hoogte over wat er in politiek Nederland gebeurt. In Nieuwsuur gaat het vaak over de politiek, en dat luister ik bijna dagelijks. (Nouja, de eerste 10 minuten, want we zetten het aan om in slaap te vallen – wat met Nieuwsuur op de achtergrond verrassend snel gebeurt.) De kamer van Klok via de Volkskrant mag ik wel graag luisteren, en verder gewoon lezend via de NOS en het NRC.

Maar nu? Ik klik, zap en swipe alles weg. Als men zegt dat Pieter Omzigt te conservatief is, denk ik alleen ‘huh, wat dan?’ Moet ik eens gaan opzoeken. Kèrolijn van de BBB heeft vooral een groot hoofd met dito onderkin, en d’r hysterische matchende nagels vind ik al helemaal niets. Dilan Yesilgoz leeft in m’n hoofd alleen door het typetje van Iris Rulkens. En zo heb je natuurlijk nog wat hoofdrolspelers, maar goed, wat kan ik erover zeggen.

Navigate