Aaltine Hoekstra

10 Posts Back Home

Was ik weer

Dag waarde lezers,

Daar was ik weer.

Zoals het makkelijk is om elke dag wat te schrijven, is het op dezelfde manier net zo makkelijk om elke dag niet te schrijven.

Je kunt elke dag kiezen om iets niet te doen, of wel.

Misschien had ik wel gehoopt dat het me al iets zou opleveren; elke dag schrijven.

Misschien was ik even klaar met woorden en zinnen delen. Misschien was ik wel even klaar met mezelf.

Maar nu, nu ben ik er weer.

Thuisblijfmoeder

Elke schoolvakantie is er wel een moment dat ik een dag(deel) alleen ben, omdat of Geert of grootouders iets met de kinderen doen.

Op zo’n dag rommel ik wat aan, ruim wat op, alles blijft zoals het is, maak ik eten klaar, doe ik de was, en werk was weg. Vervolgens begeef ik me naar de tuin en haal het onkruid weg, en hark de boel netjes aan. Alles met een heerlijk muziekje, of een podcast aan.

Minstens elke schoolvakantie denk ik op zo’n dag ‘Misschien moet ik maar thuisblijfmoeder worden. Wat is er heerlijker dan thuis zijn en alles netjes onderhouden?’

En dan komt iedereen thuis, en poef, het moment is weg.

In het moment

Ik krijg jeuk van het woord genieten, of braakneigingen van ‘in het nu leven’ of ‘in het moment zijn.’ Je leeft altijd in het nu, of op dit moment. Daar kun je niet voor kiezen.

Maar toch, maar toch. Soms ben ik bang dat ik vergeet hoe leuk het eigenlijk is, al zijn er jengelende kinderen. Al wordt er alleen gezeurd om schermen, al zijn er irritaties, al is het rommelig en lawaaiig. Al ben ik moe, al doet m’n rug pijn. Soms ben ik bang dat ik alleen achteraf kan genieten, als ik foto’s terugzie. Dan is het dagelijkse weggevallen, en de herinnering overgebleven.

Daarom is de bovenstaande foto belangrijk voor mij. Omdat ik nog zo goed weet hoe vermoeid ik was met een baby, peuter en kleuter. Maar op dat moment, met dat kleine slapende meisje tegen me aan, was ik ook intens gelukkig. Het is helemaal geen mooie foto, maar wel een echte.

Dat is ook Urk

Ergens in de zomer geloof ik stond er in het Urkerland een jubelverhaal over een BU’er (Bekende Urker) die ergens in een stadje was, en geld van iemand vond, en heel veel moeite had gedaan om dat geld weer bij de rechtmatige eigenaar te krijgen. Deze BU’er had dit verhaal over zichzelf ingezonden bij het Urkerland en de strekking was zoiets als ‘dat is ook Urk.’

Niet veel later hoorde ik een ander verhaal, wat ik wel mooi vond om er tegenover te zetten:

Iemand uit de polder had haar telefoon op het dak van haar auto laten liggen om iets te pakken uit haar kofferbak. Telefoon vergeten. Even later herinnerde ze zich dat weer, maar telefoon natuurlijk niet meer op het dak van haar auto. Via ‘find my iphone’ kreeg ze toch een locatie van haar telefoon; ergens een adres in Urk. Ze toog erheen, en belde aan. Een vrouw deed open, maar wist niets van een gevonden telefoon. De vrouw uit de polder drong aan, en had haar man of kinderen niet misschien een telefoon gevonden? ‘Nou, eh, ja, even nadenken, volgens mij niet.’ Tegelijkertijd hoorden ze in het huis een bliep bliep bliep van ‘speel een geluid af’ als je zoekt naar je telefoon. Schaapachtig werd de telefoon weer teruggegeven.

(Dit verhaal kan natuurlijk op twee manier geïnterpreteerd worden, maar ik vind de interpretatie dat ze drommels goed wisten dat ze een telefoon in huis hadden die niet van ze was, de grappigste.)

Ode aan de sokkenkraamman

Heel graag zou ik ook zo iemand willen zijn die ‘s zaterdags elke ochtend (vroeg) op de markt te vinden is, en daar voor schappelijke prijzen allerlei lekkere dingen koopt. En dat elke week, en dan hetzelfde rondje, zodat je bij elke kraam ook elke week een praatje maakt met dezelfde mensen. Ik ken minstens één zo’n iemand. Vanochtend bij de loempiakraam werd ik zelfs voor diegene aangezien. Dus ik: ‘Nee, degene komt zo nog wel.’

Als ik op de markt te vinden ben, dan is het om loempia’s van Tran te kopen (normaal doet Geert dat altijd). Maar vanochtend liep ik lekker op schema, en ik had zelfs nog tijd om sokken en panty’s te kopen.

Nog nooit heb ik iemand zo gepassioneerd over sokken horen vertellen dan deze sokkenkraamman. Voor mij is een sok een sok, die eventueel een mooie kleur heeft, maar voor deze sokkenkraamhouder was het beslist hogere wiskunde. Ik kreeg uitleg over verschillende garen, boordjes, merken, kleuren, en nog iets over de onderkant waardoor je sok goed blijft zitten.

Ik ben nu dus trotse eigenaar van een zwart bikersokje, van katoen (dat is steviger, als je het vergelijkt met bamboe, jaja) met een boordje aan de bovenkant. Mijn zaterdag kan niet meer stuk.

Schoenmaker, blijf bij je leest.

Als we nu eens afspreken dat iedereen die al z’n hele leven in het tralala westen woont, niet via social media allerlei berichten gaat delen over zeer ingewikkelde genuanceerde complexe conflicten die zich waar ter wereld dan ook afspelen? Hou het gewoon bij je fancy keto-ontbijtjes, je kinderen, of je mooie interieur.

Dus eerst gruwelijke beelden delen over wat er mannen, vrouwen, kinderen wordt aangedaan, en dan in de volgende story een perfect gestyled plaatje waarin je ‘zo dankbaar bent dat jij gewoon je kinderen naar bed kunt brengen.’

Oprecht oprecht vraag ik me af wat zo’n iemand wil bereiken, wil delen?

Poepbericht

Zondag in de namiddag liep ik met onze hond over een redelijk onguur stukje industrieterrein. Het is een handige route, want het maakt dat ik een mooi rondje van 2 kilometer loop, en de hond kan er redelijk anoniem kakken in de berm. Het is ook een stukje waar ik niet gauw ‘s avonds in de donkerte alleen zou lopen.

Dus zondagmiddag, het was nog licht, liep ik opgewekt te lopen, en ik hoorde plots een gesmoord gilletje. Nu loop ik altijd wel enigszins nieuwsgierig om me heen te kijken, benieuwd wie of wat je ziet, maar nu was ik meer in gedachten verzonken.

Dat gilletje deed me opschrikken uit m’n eigen gedachten, en in flits zag ik dus een vrouw, gehurkt in een hoekje op het gras tegen de bosjes aan, met een sigaret in de hand, en verder grote vlakken wit vlees. Zij zat daar dus te poepen, en schrok waarschijnlijk van mij toen ik langsliep.

Poepen op zondag, wie doet dat nou?

Maar serieuzer, geen mens poept voor z’n lol in de bosjes denk ik. Als je daar met een vrachtwagen staat op zondag, dan zouden er toch voorzieningen voor je moeten zijn? Of als je met teveel mensen opgepropt in een huis zit, en je je toevlucht moet zoeken naar een stukje gras, dan lijkt me dat niet menswaardig?

Ik durfde deze vragen niet te stellen, en liep gauw door.

Meten is weten

Ik meet, tel, log, registreer en schrijf wat af tegenwoordig. Alsof je hele leven niet meer is dan een optelsom van alles wat apps om je heen registeren. Bestaat het nog als je het niet meet?

Voorleven

Over je woorden zorgvuldig kiezen als het gaat om je kinderen, schreef ik al eens. Maar volgens mij gaat het ook meer om hoe je bent, hoe je doet, hoe je kijkt, hoe je reageert, hoe je beweegt.

Vooral bij Rine ervaar ik heel goed hoe ze op me let en me in de gaten houdt, en hoe ze me nadoet. Soms is dat grappig en schattig en aandoenlijk. Maar ik ben ook een gebrekkig persoon en dan denk ik, och arm kind, dat ik nou krek jouw voorbeeld ben.

Ik zie het hoe Rine na het douchen op dezelfde manier als ik haar hoofd naar voren gooit en haar haartjes in een handdoek wikkelt, hoe ze dezelfde crèmepjes wil opsmeren. ‘Waarom gebruik je make-up, mama?’ ‘Ik wil ook mijn haren krullen.’ ‘Waarom kijk je zo boos, mama?’ ‘Ik wil op jou lijken, mama.’

Wat laat je zien, en wat geef je mee, is iets wat in het normale dagelijkse leven in een flits of zucht gebeurt. Het is zowel beklemmend als bevrijdend.

Navigate