Aaltine Hoekstra

10 Posts Back Home

Leggen, draaien, keren, eten.

‘Hebben jullie het laat gemaakt?’ ‘Nou, Ushuaia was al dicht.’

Op onze één na laatste avond zijn we met z’n tweetjes uit. Diner pas om 22.00u gereserveerd, want dat schijnt hier normaal te zijn. Eten, en daarna de calorieën er weer afwiegen; helemaal mijn ding.

Morgen onze laatste dag samen, en er begon zich net een vakantieritme te ontspinnen. Een wandelingetje naar het bakkertje, een brunch, een activiteit uitvoeren die vooral horizontaal plaatsvond, eten, kinderen naar bed proberen te krijgen, en dan volwassentijd.

En morgen, morgen gaan we de hele dag roepen ‘alweer de laatste dag, wat gaat het snel.’ En daarna gaan we weer terug naar het dagelijkse leven.

Druk is het nieuwe goed.

Bij gebrek aan beter had ik op het vliegveld een paar tijdschriften gekocht.

Ik ben vroeger echt opgegroeid met tijdschriften: het begon met de Donald Duck, toen Tina, (de Hitkrant was ook een tijdschrift toch?) Fancy, Cosmogirl, Elle Girl, later Cosmopolitan, Grazia, Elle, Marie Claire, Linda, VT Wonen. Maar ik las ook graag als hippe twintiger de Margriet en Libelle van m’n moeder.

Maar met de jaren zijn tijdschriften denk ik gedateerd geraakt? Zal ongetwijfeld te maken hebben met alle social media platformen, en het veel gerichter kunnen volgen van je interesses.

Ook het narratief over vrouw, met baan, met gezin, met sociaal netwerk, dat alle ballen hoog moet houden, dat je tegenwoordig in élk tijdschrift terugvindt, is zo slaapverwekkend geworden. Dat je niet in slaap bent gevallen bij deze alinea, vind ik al knap.

Dit narratief vond ik ook weer terug in de Linda die ik kocht. Het was zelfs het thema.

Zo las ik over dit ‘oh, wat zijn we toch druk met z’n allen’ en kilometermeterslang artikel, en dat creëert toch een bepaalde verwachting; dat er iets verfrissends wordt gepresenteerd als antwoord op dat ‘druk druk druk’. In het artikel passeerden alle clichés de revue: van social media is oorzaak tot vrouwen hebben er meer last van dan mannen, bla bla bla.

Ik lezen lezen lezen. Welke ingenieuze oplossing zou geadviseerd worden tegen ons drukke bestaan? Er kwam zelfs een psychotherapeut aan te pas. En raad eens: minder doen. Je dag niet niet zo vol proppen.

Heb ik voor deze allesomvattende niet te overtreffen wijsheid serieus 5 minuten van mijn kostbare tijd verspild?

Goedbedoeld ongemak

Simpele dingen die het leven leuker en aangenamer maken voor jezelf en de mensen om je heen, daar houd ik van.

Tijdje geleden waren we uitgenodigd voor een avondje bij vrienden van sport, samen met nog een ander stel. In diezelfde week had ik een blog gelezen over ‘96 simpele dingen die het leven leuker maken’ (als ik wat gemotiveerder was geweest, dan had ik die blog kunnen linken). Één van de punten was ‘neem altijd een cadeautje mee voor de gastheer/vrouw.’ Dat simpel ook ingewikkeld kan worden, daar had ik niet direct rekening mee gehouden.

Zoiets aardigs en hoffelijks als een bloemetje meenemen voor de gastvrouw, sprak mij wel aan, dus toog ik zaterdagmiddag naar de bloemenwinkel om een klein bloemetje te halen voor de gastvrouw van die avond. Tot zover niets ingewikkelds.

Omdat het zaterdagmiddag was, en de bloemist van z’n bloemen af wilde, stopte hij ongeveer alle bloemen en grassen die hij nog over had in het boeketje dat ik bestelde, in de veronderstelling mij een plezier te doen. Mijn kleinigheidje werd dus voor de gelegenheid een overdreven boeket.

Eenmaal thuis begon het dilemma. Wat doe ik? Boeket maar thuis op de tafel zetten? Maar ja, het idee was goedbedoeld, en toch ook aardig.

Aangekomen bij onze vrienden die avond kwam ik met een te overdreven boeket aan, met de woorden ‘hier een kleinigheidje.’ Het had precies die ongemakkelijkheid die ik al voorvoelde. Ik kon toch ook niet echt uitleggen dat ik maar iets kleins wilde, maar dat er een hele restpartij aan bloemen was ingestopt door de bloemist, voor hetzelfde geld. Maar dat ik nu met een gigantisch boeket aan kwam zetten voor een gezellig avondje, had toch ook iets overdreven. Dus met wat omslachtige halfzinnen probeerde ik het maar een beetje af te doen, en gauw het onderwerp op iets anders te brengen.

Simpele tips opvolgen die het leven leuker maken: het kan ook ingewikkeld worden.

Gezellige ontvoering

Vandaag was ik in de auto gestapt, met Geert, om de meest alledaagse activiteit te doen die er bestaat: boodschappen.

Plotseling nam Geert een andere afslag, en op een gezellige manier werd ik eigenlijk ontvoerd.

We stapten even de gebakkenluchtwereld van de Blue Marlin binnen, om daar een drankje te doen, en als decor en publiek konden we het spel van kijken meespelen.

Toen we weer op weg naar de supermarkt reden, terug naar onze werkelijkheid, dacht ik hoe goed het is als je iemand aan je zijde hebt die een tegengesteld karakter heeft als jijzelf.

Pijn

‘Pijn is een emotie, en een emotie kun je uitschakelen,’ is een vermaarde uitspraak van Dai Carter van het programma Kamp van Koningsbrugge. Aan deze uitspraak moest ik vandaag denken toen ik kampte met mittelschmerz.

Wat een mooi woord: mittelschmerz. Leuker en sprekender dan het Nederlandse woord ovulatiepijn. Bijna maandelijks voel ik heel precies mijn eisprong. Het is een krampachtige pijn, heel specifiek aan mijn linkerkant, en het komt zachtjes op, zwelt aan en zakt met een (paar) uur ook weer af. Wanneer ik het aan voel komen, weet ik niet hoe snel ik paracetamollen moet slikken om de pijn wat te verlichten.

Nu heb ik natuurlijk ook drie bevallingen meegemaakt. Bevallingen die heel soepel en vlotjes verliepen (zonder pijnstilling e.d), maar de pijn die ik toen ervaarde, komt totaal niet in de buurt van die ovulatiepijn. Bij de laatste bevalling kreeg ik na het breken van mijn water, zo’n plotselinge intense perswee, dat ik de pijn vanuit m’n buik naar m’n hoofd voelde stijgen, en het me naar adem deed snakken. Ik weet nog dat ik dacht ‘erbij blijven Aaltine, want anders val je weg.’

Voor de eerste bevalling had ik me ook verdiept in de functie van pijn bij bevallen. Zinnen als ‘het moet heftig en pijnlijk zijn, want dan ben je er bijna’ en ‘als je het gevoel hebt dat je bijna doodgaat, is dat goed, want dan ben je er bijna’ waren op mijn netvlies gebrand. Het maakte zelfs dat ik uitkeek naar de pijn, want dan was ik dichter bij de grootste beloning: een vers baby’tje.

En die ovulatiepijn kan ik maar niet verdragen. Vanochtend dacht ik zelfs dat ik niet goed werd. Ik dacht, het moet niet gekker worden; doe eens normaal.

Samen met Dai denk ik toch ook dat pijn erg relatief is, en vooral mentaal.

Acclimatiseren

We zijn vandaag gearriveerd op Ibiza, met Joanne en Rinke. En het is WARM. Beetje acclimatiseren, een beetje de hitte kwijtraken was wat vandaag centraal stond. We bleven zeggen: dit is wat we wilden, hier kwamen we voor.

En het is nu al heerlijk. Kinderen zijn niet uit het zwembad te slaan, huis is precies goed, en het is zeer kindvriendelijk ingericht.

Werd ik vandaag ook nog getipt voor een goed boek, dus wat wil een mens nog meer.

Tentenkamp

Eigenlijk werkt er niets meer verbindend dan meaken over het huishouden tijdens tentenkamp.

Alhoewel, het is niet echt een gesprek of een dialoog, maar eerder een monoloog waarbij iemand tegen iemand vertelt welke routines zij wel/niet heeft, en vervolgens de andere vertelt wat zij wel/niet doet. And i love it.

Waar anders moet je het over hebben terwijl je een week lang ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds met elkaar om een tafel zit?

Alles gaat voorbij

Ik zou het kunnen hebben over hoezeer ik mezelf teleurstel als ik weer kinderachtige dreigementen naar de kinderen uit als ze het bloed onder m’n nagels vandaan halen.

Ik zou het kunnen hebben over hoe ik me soms een ploetermoeder voel, en niet kan loslaten, en niet kan relativeren, en onzinnige verbanden trek.

Ik zou het kunnen hebben over hoe ik me soms een naaktslak voel, en geen schild heb, en dingen niet van me af kan laten glijden.

Hoe opvoeden voelt als een gevangenis, met z’n eeuwige stroom van taken en verantwoordelijkheden, en waaruit je maar niet kan ontsnappen.

Hoe ik eigenlijk niet mag klagen, want hé, kijk eens om je heen, tel je zegeningen eens.

Maar nee, ik eindig met de woorden van Prediker. Alles gaat voorbij, en voor alles is een tijd. Deze dag gaat weer voorbij. En morgen zal ongetwijfeld beter zijn dan vandaag.

Hommage aan geert

Geert wil een bar muscle up kunnen. Dat is zo’n beweging waarbij je aan de rekstof hangt, gracieus een swing maakt en met een vloeiende beweging je omhoog swingt en steunend op je armen eindigt op de rekstok. Dat Geert een clinic volgde van een aantal lessen om de bar muscle up te leren, maar het daarna nog niet kon, dat viel toch een beetje tegen (van de trainer en de begeleiding dan).

Dan zelf maar thuis aan de slag. Er kwam een speelrek in de tuin (voor de kinderen). Als je aan dat rek hangt, gaan je handen pijn doen. Er werden ‘grips’ besteld, magnesiumpoeder voor stroefheid, en tape was ook wel handig voor een goeie grip. Oja, als je oefent, moet dat ook in een speciaal crossfitsportmerk. Korte broek, lange broek, trui voor koude dagen, shirt voor gewone dagen en een hemd voor warme dagen. Sportschoenen voor binnen, sportschoenen voor buiten.

Bij aanschaf van het rek was al duidelijk dat er geen bar muscle up op geoefend kon worden. Gelukkig wilde mijn vader via de VCU wel iets in elkaar lassen om vervolgens te kunnen bevestigen aan het rek. (De rekening voor het materiaal zou later volgen.)

Ai. Gelaste rek hoog. Door de hoogte, miste een bepaalde swing in de zwaai, en werd de bar muscle up lastiger. Elastieken! Met elastieken zou de zwaai makkelijker gemaakt kunnen worden. Bol.com is gewillig, en met een arsenaal aan elastieken moest het goedkomen.

Ai. Toch niet. Met de elastieken werd het niet makkelijker. Een houten kist! Met een kist kon de juiste afstand tot de rektstok bereikt worden, en dan zou er niets meer in de weg staan tot een vloeiende bar muscle up.

Ai. Toch niet.

Maar over een paar weken sta ik beteuterd te kijken als Geert de bar muscle up kan, en ik nog niet.

Stoppen

Het was een jaar of wat geleden, ik zat volop in de kleine kinderen, en het was INTENS. Wat ik toen nodig had, was perspectief, maar ook een manier van denken, of handelen, die me weer wat meer vreugde bracht in de fase waar ik toen in zat.

Zodoende kwam ik uit bij het account van positive parenting, van Ralphie. Waar ik eigenlijk naar op zoek was, was een quick fix, een maniertje, om mezelf, met een vingerknip, te veranderen in een blije positieve moeder. Spoiler: dat bestaat niet.

Ik ben wel blijven hangen bij het account van Ralphie. En algauw klonk het veelvuldig thuis: ‘Ralphie zegt dit’ ‘Ralphie zegt dat’. Ik vond er niet de quick fix, maar wel een lange termijn denken en handelen. Bijvoorbeeld: als je wil dat je kinderen bepaald gedrag vertonen, moet je het benoemen in de toekomst. ‘Ik weet zeker dat Kalle zometeen zich gaat aankleden, want dat kan hij supersnel.’ Of: ‘Rine, niks aan de hand, FG gaat zometeen een snoepje met jou delen, dat weet ik zeker.’ (Dat bij Ralphie álles een spelletje met gekke bekken trekken is, of een familietraditie, dat is me overigens wat te gortig.)

Flashforward naar vandaag. Ik was in onze 10-urige autorit aan het nadenken over ergens mee stoppen. En wanneer is het geoorloofd om te stoppen.

Toen moest ik dus aan mijn goeroe Ralphie denken, die het hier eens over had, als kinderen willen stoppen met een sport bijvoorbeeld. Het kwam hier op neer: als je wil stoppen (met een sport/hobby/wat dan ook), is dat goed, maar niet na een vervelende training, of wanneer het tegenzat of mislukte. Stoppen is prima, maar dan na een training (of wat dan ook) waarin het super ging, en waar je helemaal blij en gelukkig van werd.

Dat vind ik een mooie gedachte. Stoppen op een hoogtepunt, en niet op een dieptepunt.

Navigate