Aaltine Hoekstra

10 Posts Back Home

Extra werk

Van het weekend zat ik in een beetje besmuikt te lachen om de generaties onder mij, die niet meer fulltime willen werken, hoogstens 32 uur, terwijl ze verder nog geen kinderen of andere allesomvattende verantwoordelijkheden hebben.

Tegelijkertijd is zoiets natuurlijk ook een teken van de huidige tijd. Er is iets in onze manier van leven gesluipt, waardoor het niet meer als haalbaar aanvoelt om 40 uur te werken.

Terwijl ik daarover aan het mijmeren was, moest ik aan het volgende denken:

Onze kinderen zitten (zaten) op de bso, één middag in de week. Zeg dat je er gebruik van maakt om je te ontlasten van zorgtaken, want je doet zelf ander werk op dat moment. Als je klaar bent met werken, wil je je kinderen ophalen, en dan klaar, basta, naar huis, koffie drinken, eten, kinderen naar bed.

Maar óók met de bso heb je een app, waar de hele tijd berichten in gedeeld worden, als: wil je eierdozen meegeven voor een werkje, we gaan oefenen met de musical en wil je thuis liedjes oefenen, het is dag van de kinderleidster en wil je een attentie voor de bso-juf maken, je bent uitgenodigd voor de musical in december, op een dinsdag, overdag. Enzovoort Enzovoort.

Ook vanuit de basisschool heb je een app, met dagelijks extra taken voor de ouder: wil je een schoen meegeven, wil je rijden maandagmiddag om half 3 naar de bibliotheek, kom kijken op de kijkmiddag donderdagmiddag kwart voor 3, je mag kind verkleed, vergeet de boekentas niet, geef een plastic tas mee, we sparen voor Americaspullen voor het thema. Enzovoort enzovoort.

Dan heb je nog sport, met appgroepen. Haal een bal op, verkoop lootjes. Kom kijken naar de wedstrijd, enzovoort enzovoort.

Bij alles wat je kinderen doen, komen er taken en opdrachten voor de ouders bij. Ook ik heb geen tijd meer om te werken, omdat ik alleen maar bezig ben met taken uit te voeren voor de bezigheden van de kinderen.

Ik weet niet of de jongere generaties onder mij ook op dezelfde manier maar dan anders met zulke dingen te maken hebben, maar als dat zo is, zal ik mijn besmuikte lachjes terugnemen.

Zondagsrust

Wat ben ik toch blij met een afgebakende dag in de week waarop er niets gedaan hoeft te worden waar ik niet zelf voor kies.

Wat heerlijk dat we op zondag nee kunnen zeggen tegen alle ‘leuke’ initiatieven, uitjes en activiteiten.

Het is goed om elke zondag weer in de kerk te zitten, jezelf even aan de kant te zetten, en je te richten op iets buiten jezelf en de wereld.

Toch leuk dat je elke zondag weer met je familie in een kringetje om elkaar heen zit en een beetje verhalen deelt over je week en leven.

Het is mooi dat er een rustdag bestaat.

Osteruurtje

Al eens gehoord van het osteruurtje? Ik hoorde van dit woord in een podcast die ik sinds kort met veel plezier luister (Aaf en Lies lossen het op).

Maar het osteruurtje is het moment, of het uur, of in ieder geval een kleine periode voordat je moet presteren/performen. Dus voordat je een prestatie moet leveren. En in die kleine tijdsperiode voel je je neerslachtig, depressief, akelig, tot het moment waarop je ‘op’ moet.

Dat er zo’n mooi woord bestaat voor die ervaring. Wat ook betekent dat het een universele ervaring is.

Mijn favoriete universele ervaringen deze week waren ‘bore-out’ en ‘deep cleaning’. Het bezigen van deze woorden maakt het gezelliger, gedeelder (is dat een woord?).

Osteruurtje

Al eens gehoord van het osteruurtje? Ik hoorde van dit woord in een podcast die ik sinds kort met veel plezier luister (Aaf en Lies lossen het op).

Maar het osteruurtje is het moment, of het uur, of in ieder geval een kleine periode voordat je moet presteren/performen. Dus voordat je een prestatie moet leveren. En in die kleine tijdsperiode voel je je neerslachtig, depressief, akelig, tot het moment waarop je ‘op’ moet.

Dat er zo’n mooi woord bestaat voor die ervaring. Wat ook betekent dat het een universele ervaring is.

Mijn favoriete universele ervaringen deze week waren ‘bore-out’ en ‘deep cleaning’. Het bezigen van deze woorden maakt het gezelliger, gedeelder (is dat een woord?).

Urk in Wintersferen

Ben ik die enige die niet van Urk in Wintersferen houdt?

De hype die eromheen hangt, de manier waarop er naartoe geleefd wordt, vind ik op z’n zachtst gezegd bewonderenswaardig.

Misschien komt het wel omdat ik helemaal niet van mensenmenigtes houdt, of überhaupt van activiteiten.

Als ik aan Urk in Wintersferen denk, dan denk ik aan koud, nat, regen, schuufelen, en, als je niet oplet, dat er spinnen in je gezicht gegooid worden.

Wees het midden

‘Wees het midden’ die zin zingt al een tijdje door m’n hoofd. Wees het midden.

Ik hoorde deze zin in een podcast die ik luisterde over het Palestina/Israel conflict in Gaza. Een conflict dat zo complex, alomvattend en ingewikkeld is, dat het er voor jou en mij niet toe doet voor wie je bent, of wat je vindt. Maar, wees het midden, zei degene die aan het woord was. Wees het midden, waar straks alle verliezers naar kunnen terugkeren.

En is het zo niet met zoveel meningen, kwesties, overtuigingen, opvattingen in het leven? Je hoeft niet altijd partij te kiezen, iets te ventileren of zo verblind te zijn dat je de ander niet meer ziet.

Wees gewoon het midden, waar een ander naar terug kan keren.

Mooi verhaal

Wat een mooie avond. Dank voor je mooie input. Je bijdrage was echt mooi. Er ontstond een mooi gesprek. Wauw, mooi zeg! Mooi mooi mooi.

Kan ik alsjeblieft even stoppen met alles maar mooi te noemen? Waar slaat dat op. Niet alles is mooi. Het is gewoon armoede als je geen mooiere bijvoeglijk naamwoorden weet te bedenken dan mooi.

Stellig

Vaak ben ik niet zo stellig. Natuurlijk, ik vind wel dingen, en heb wel overtuigingen, maar dat bestaat vooral in mijn hoofd. Want in relatie tot anderen, valt een sterke mening altijd weg. Iets blijkt toch niet zo te zijn, iemand heeft een ander (goed) perspectief, een nuance waar je jezelf nog niet aan gedacht hebt, weer een ander een invalshoek die ook plausibel blijkt te zijn.

Maar waar ik wel stellig over ben, zijn strings. Waarom zou je omatentdoeken verkiezen boven een string? Daar moest ik aan denken toen ik een wasje wegvouwde (en dat doe ik aan de lopende band, dus moet je nagaan hoe vaak ik hier aan denk). Als ik íets lelijk vind, dan zijn het van die onderbroeklijnen die je door een broek, rok of jurk heen ziet. Dat verpest het hele silhouet.

Ik was dus een was aan het wegvouwen, en moest weer denken en lachen om mijn moeder, die vroeger altijd licht cynisch zei, je onderbroeken zijn zo klein, dat ik de knijper aan het waslabel moet hangen om ze op te hangen in de waslijn. Grappige ondertoon, zachte kritiek.

Toen mijn moeder mijn was eens deed, kreeg ik de meest schattige pakketjes strings terug. Natuurlijk moest ik weer aan dat wasknijperverhaal denken, maar die pakketjes opgevouwen strings waren ook geniaal. Sindsdien kan ik mijn onderbroeken níet níet meer op die manier opvouwen.

Zie hier een fotostappenplan.

Je vouwt beide zijden naar elkaar toe.

Vervolgens vouw je nog een keer de zijkanten naar elkaar toe.

Daarna pak je de onderkant en die stop je in de dubbelgevouwen zijkanten.

En tadaa!! Je hebt een prachtig pakketje!

Ongebreideld oprecht

Ik heb het deze week al vaker gebruikt, maar ik blijf lachen om de volgende uitspraak:

‘Je kan niet altijd 10 gooien.’

Ik las deze uitspraak bij iemand die ik op insta volg, gewoon iemand uit Urk, die nog op de ouderwetse manier instaat: ongebreideld, vanuit het hart en gewoon delend wat in je opkomt.

Het gaat vaak goed, maar je kan gewoon niet altijd 10 gooien. Je zit ook weleens mis.

Een ‘snaartje’ van deze insta’er strooit ook geregeld met pareltjes:

Havenrechts. Wat een heerlijk woord.

Koffie met bejaarden

Ik zocht m’n opoe weer eens op. Dat gaat altijd gepaard met wat schuldgevoelens, want: ik moet vaker bezoekjes brengen.

M’n opoe loopt tegen de negentig, is nog heel kwiek, maar wel behoorlijk doof. Een gesprek voeren kan nog het beste getypeerd worden als twee individuen die mededelingen doen.

Door het kamerraam zag ik dat er nog twee andere bejaarden zaten. De gemiddelde leeftijd schoot omhoog. Drie bejaarden van minstens 80+, en ik.

Oud worden, ik zie ertegenop. Alles wat achteruitgaat, gaat hangen, wat je moet loslaten.

Maar ik stuitte op het volgende gesprek:

Oude man (broer van m’n opoe), mopperend, over z’n zorgappartement: ‘Ik vind er niks aan. Het is niet van mezelf.’

Kwieke vrouw van 80 (vriendin van m’n opoe): ‘Je moet niet klagen, zo gaat dat nou eenmaal. Oud worden is loslaten. En dat is niet leuk. Maar het is een mooie kamer, het eten is goed, en de verzorging ook.’

Oude man, mompelend mopperend: ‘Het is zo’n ondergang.’

Kwieke vrouw: ‘Het gaat ook niet om de ondergang. Het gaat om de opgang (wijst omhoog). Daar moeten we naar uitkijken. Het hemelse huis zal ook niet van onszelf zijn.’

En daar viel niets tegenin te brengen.

Maar ik kon die broer van m’n opoe zo goed begrijpen. Niet meer in je eigen huis kunnen wonen, een huiskamer delen met allemaal andere stoetelige bejaarden. Z’n hondje had hij niet mogen meenemen in het zorgappartement. ‘Kijk maar naar z’n foto,’ had m’n opoe gezegd.

Maar dat is toch niet helemaal hetzelfde.

Navigate