Divers

Irritaties

Ik heb nogal wat irritaties. Grote irritaties, kleine irritaties. Serieuze irritaties, onbelangrijke irritaties.

Een tijdje terug leek het me grappig om wat irritaties te delen. Ik vroeg Geert om wat input, en het werd gewoon gênant. Geert begon op te sommen wat al mijn irritaties waren, en na een kwartier zei ik ‘ok, stop nu maar.’ Het zette me overigens wel aan het denken.

Maar ken je het volgende: je wilt een verpakking van iets open maken. Bijvoorbeeld een koffiepak of een verpakking met plastic zakjes. Het mooiste is dat je in één of twee scheuren de verpakking open hebt. Maar nee, je scheurt een ienieminie stukje af. Nog een keer dan. Weer een snippertje. Daarna weer een snippertje. Eindresultaat: tientallen kleine snippers die je één voor moet oppakken om in de prullenbak te gooien.

Nog een: ALTIJD natte sokken in de badkamer. Ik heb geen idee hoe mijn huisgenoten douchen of badderen, maar o-ver-al ligt altijd water. Ik ben al geconditioneerd om als een soort tapdanser me door de badkamer heen te manoeuvreren, maar het helpt niets. Altijd natte sokken in de badkamer. Als het me niet zo irriteerde, zou ik er zelfs een soort schoonheid in kunnen zien.

We hebben een hel nodig

De goddelijke komedie van Dante

Ongelooflijk graag luister ik naar de Ongelooflijke podcast (flauw flauw, ik weet het).

In de laatste aflevering gaat het over de hel (en waarom we er één nodig hebben.) absoluut de moeite waard om te luisteren.

Twee dingen: A.F.Th van der Heijden schrijft in één van zijn werken: ‘de hel is de herhaling.’ Minstens een paar keer per week prevel ik die uitspraak zachtjes voor me uit.

Het andere: in de Ongelooflijke wordt vaak theologiserend (is dat een woord?) en theoretisch gesproken over allerlei thema’s die te maken hebben met het christelijke geloof.

In deze aflevering stelde een vrouw een vraag over uitsluiting (icm de hel en God liefhebben boven alles). En je hoorde aan haar stem – een dikke krakerige stem en heel langzaam pratend – hoezeer zij persoonlijk worstelde met iets. Het trof me dat het abstracte en persoonlijke elkaar hier raakten. Gelukkig ving Stefan Paas dat ook op, en gaf een heel mooi voorzichtig antwoord.

Was ik weer

Dag waarde lezers,

Daar was ik weer.

Zoals het makkelijk is om elke dag wat te schrijven, is het op dezelfde manier net zo makkelijk om elke dag niet te schrijven.

Je kunt elke dag kiezen om iets niet te doen, of wel.

Misschien had ik wel gehoopt dat het me al iets zou opleveren; elke dag schrijven.

Misschien was ik even klaar met woorden en zinnen delen. Misschien was ik wel even klaar met mezelf.

Maar nu, nu ben ik er weer.

Thuisblijfmoeder

Elke schoolvakantie is er wel een moment dat ik een dag(deel) alleen ben, omdat of Geert of grootouders iets met de kinderen doen.

Op zo’n dag rommel ik wat aan, ruim wat op, alles blijft zoals het is, maak ik eten klaar, doe ik de was, en werk was weg. Vervolgens begeef ik me naar de tuin en haal het onkruid weg, en hark de boel netjes aan. Alles met een heerlijk muziekje, of een podcast aan.

Minstens elke schoolvakantie denk ik op zo’n dag ‘Misschien moet ik maar thuisblijfmoeder worden. Wat is er heerlijker dan thuis zijn en alles netjes onderhouden?’

En dan komt iedereen thuis, en poef, het moment is weg.

In het moment

Ik krijg jeuk van het woord genieten, of braakneigingen van ‘in het nu leven’ of ‘in het moment zijn.’ Je leeft altijd in het nu, of op dit moment. Daar kun je niet voor kiezen.

Maar toch, maar toch. Soms ben ik bang dat ik vergeet hoe leuk het eigenlijk is, al zijn er jengelende kinderen. Al wordt er alleen gezeurd om schermen, al zijn er irritaties, al is het rommelig en lawaaiig. Al ben ik moe, al doet m’n rug pijn. Soms ben ik bang dat ik alleen achteraf kan genieten, als ik foto’s terugzie. Dan is het dagelijkse weggevallen, en de herinnering overgebleven.

Daarom is de bovenstaande foto belangrijk voor mij. Omdat ik nog zo goed weet hoe vermoeid ik was met een baby, peuter en kleuter. Maar op dat moment, met dat kleine slapende meisje tegen me aan, was ik ook intens gelukkig. Het is helemaal geen mooie foto, maar wel een echte.

Dat is ook Urk

Ergens in de zomer geloof ik stond er in het Urkerland een jubelverhaal over een BU’er (Bekende Urker) die ergens in een stadje was, en geld van iemand vond, en heel veel moeite had gedaan om dat geld weer bij de rechtmatige eigenaar te krijgen. Deze BU’er had dit verhaal over zichzelf ingezonden bij het Urkerland en de strekking was zoiets als ‘dat is ook Urk.’

Niet veel later hoorde ik een ander verhaal, wat ik wel mooi vond om er tegenover te zetten:

Iemand uit de polder had haar telefoon op het dak van haar auto laten liggen om iets te pakken uit haar kofferbak. Telefoon vergeten. Even later herinnerde ze zich dat weer, maar telefoon natuurlijk niet meer op het dak van haar auto. Via ‘find my iphone’ kreeg ze toch een locatie van haar telefoon; ergens een adres in Urk. Ze toog erheen, en belde aan. Een vrouw deed open, maar wist niets van een gevonden telefoon. De vrouw uit de polder drong aan, en had haar man of kinderen niet misschien een telefoon gevonden? ‘Nou, eh, ja, even nadenken, volgens mij niet.’ Tegelijkertijd hoorden ze in het huis een bliep bliep bliep van ‘speel een geluid af’ als je zoekt naar je telefoon. Schaapachtig werd de telefoon weer teruggegeven.

(Dit verhaal kan natuurlijk op twee manier geïnterpreteerd worden, maar ik vind de interpretatie dat ze drommels goed wisten dat ze een telefoon in huis hadden die niet van ze was, de grappigste.)

Ode aan de sokkenkraamman

Heel graag zou ik ook zo iemand willen zijn die ‘s zaterdags elke ochtend (vroeg) op de markt te vinden is, en daar voor schappelijke prijzen allerlei lekkere dingen koopt. En dat elke week, en dan hetzelfde rondje, zodat je bij elke kraam ook elke week een praatje maakt met dezelfde mensen. Ik ken minstens één zo’n iemand. Vanochtend bij de loempiakraam werd ik zelfs voor diegene aangezien. Dus ik: ‘Nee, degene komt zo nog wel.’

Als ik op de markt te vinden ben, dan is het om loempia’s van Tran te kopen (normaal doet Geert dat altijd). Maar vanochtend liep ik lekker op schema, en ik had zelfs nog tijd om sokken en panty’s te kopen.

Nog nooit heb ik iemand zo gepassioneerd over sokken horen vertellen dan deze sokkenkraamman. Voor mij is een sok een sok, die eventueel een mooie kleur heeft, maar voor deze sokkenkraamhouder was het beslist hogere wiskunde. Ik kreeg uitleg over verschillende garen, boordjes, merken, kleuren, en nog iets over de onderkant waardoor je sok goed blijft zitten.

Ik ben nu dus trotse eigenaar van een zwart bikersokje, van katoen (dat is steviger, als je het vergelijkt met bamboe, jaja) met een boordje aan de bovenkant. Mijn zaterdag kan niet meer stuk.

Schoenmaker, blijf bij je leest.

Als we nu eens afspreken dat iedereen die al z’n hele leven in het tralala westen woont, niet via social media allerlei berichten gaat delen over zeer ingewikkelde genuanceerde complexe conflicten die zich waar ter wereld dan ook afspelen? Hou het gewoon bij je fancy keto-ontbijtjes, je kinderen, of je mooie interieur.

Dus eerst gruwelijke beelden delen over wat er mannen, vrouwen, kinderen wordt aangedaan, en dan in de volgende story een perfect gestyled plaatje waarin je ‘zo dankbaar bent dat jij gewoon je kinderen naar bed kunt brengen.’

Oprecht oprecht vraag ik me af wat zo’n iemand wil bereiken, wil delen?

Poepbericht

Zondag in de namiddag liep ik met onze hond over een redelijk onguur stukje industrieterrein. Het is een handige route, want het maakt dat ik een mooi rondje van 2 kilometer loop, en de hond kan er redelijk anoniem kakken in de berm. Het is ook een stukje waar ik niet gauw ‘s avonds in de donkerte alleen zou lopen.

Dus zondagmiddag, het was nog licht, liep ik opgewekt te lopen, en ik hoorde plots een gesmoord gilletje. Nu loop ik altijd wel enigszins nieuwsgierig om me heen te kijken, benieuwd wie of wat je ziet, maar nu was ik meer in gedachten verzonken.

Dat gilletje deed me opschrikken uit m’n eigen gedachten, en in flits zag ik dus een vrouw, gehurkt in een hoekje op het gras tegen de bosjes aan, met een sigaret in de hand, en verder grote vlakken wit vlees. Zij zat daar dus te poepen, en schrok waarschijnlijk van mij toen ik langsliep.

Poepen op zondag, wie doet dat nou?

Maar serieuzer, geen mens poept voor z’n lol in de bosjes denk ik. Als je daar met een vrachtwagen staat op zondag, dan zouden er toch voorzieningen voor je moeten zijn? Of als je met teveel mensen opgepropt in een huis zit, en je je toevlucht moet zoeken naar een stukje gras, dan lijkt me dat niet menswaardig?

Ik durfde deze vragen niet te stellen, en liep gauw door.

Navigate