Divers

Averechtse motivatie

Ik heb een paar gezondheidsapps. Eentje voor m’n stappen, en eentje voor het bijhouden van calorieën. En zoals dat vaak gaat met die dingen: je begint enthousiast, en na een tijdje gaat de lol er vanaf, en komt het op een laag pitje te staan, of je stopt ermee.

Maar die apps sturen mij elke dag positief motiverende teksten, die grappig genoeg averechts werken, en nu is dat een vast onderdeel van mijn leven geworden. Opbeurende, motiverende en vriendelijke berichtjes die me vertellen dat er een nieuwe dag is, met nieuwe kansen. Of, wanneer ik 5 stappen heb gezet, dat ik ‘lekker bezig’ ben. Of, heb je wel genoeg water gedronken? Gevolgd door een weetje hoe belangrijk water drinken is. Of, wat voor lekkers heb je bij de lunch gehad? Voeg dat toe in de app! (Met de belofte dat mijn leven er beter op wordt).

Na een tijdje wordt zo’n app denk ik ook moe van dat opbeurende positieve gedoe. Tenminste, zou ik wel worden. De berichtjes worden namelijk wat kattiger. In plaats van: ‘Vandaag wordt geweldig, je kan weer je bewegingsdoel halen’, krijg ik: je hebt het wéér niet gehaald. Hetzelfde met de calorieapp: sla je maaltijden over? We horen al een tijdje niets van me. De apps worden een beetje boos op me, en gaan me ter verantwoording roepen.

Dát is het echte genieten.

Nu ben ik dus aan het wachten op het moment dat ik compleet de huid vol word gescholden, en dat het allemaal zinloze tijd is geweest, al die energie die ze in mij hebben gestopt, en waarom reageer ik nooit op de berichtjes? Wil ik dan geen beter en gezonder leven? Zij hebben zo hun best gedaan.

Straks zijn ze zo boos op mij dat ze zichzelf verwijderen van mijn telefoon, en nooit meer iets van zich laten horen. Goh, wat zal dat wennen zijn. Misschien ga ik het dan zelfs missen.

Je hoeft niet altijd een mening te hebben

De trouwe lezer zal merken dat de frequentie op m’n blog een dalende trend laat zien.

Grappig genoeg zit de uitdaging van elke dag een stukje schrijven nog wel in m’n hoofd, maar ergens maak ik niet meer de tijd vrij om wat op te schrijven. Bij tijd en wijle vind ik alles zo zinloos. Moeite doen voor iets wat niets oplevert. En terwijl ik heus weet dat daar toch ook wel de kracht in zit. Of het mooie.

De laatste tijd worstelde ik ook met het idee ‘ergens iets van vinden.’ Iedereen vindt overal wat van, en heeft er ook geen moeite mee om dat te verkondigen. Neem bijv de ‘trad wifes’ op social media. (Net zoals met de meeste Engelse termen moest ik natuurlijk eerst opzoeken wat ermee bedoeld werd.) Ik geniet ontzettend van de filmpjes van trad wifes. Ze maken me kalm, ze geven me hoop, en het beurt me op. Maar toen las ik een artikel over, weet niet meer precies waar het over ging, en daar werden de trad wifes bekritiseerd. Iemand met een mening moest mijn geliefde trad wifes bekritiseren. Weg was m’n lol.

Vandaag hoorde ik een anekdote, waarbij een collega uit China zei: ‘Jullie Nederlanders zijn raar. Jullie hebben het gevoel overal een mening over te moeten hebben. Maar dat hoeft toch helemaal niet?’

Heerlijk verfrissend. Geen mening over alles. Misschien zijn oprechte vragen wel goed genoeg.

Ongevraagd

Wij nemen ongevraagd foto’s van onze kinderen, en plaatsen die zonder schroom op het wereldwijde web.

En natuurlijk doen we dit uit liefde, maar dat het bezwaarlijk is, ondervond ik zelf de afgelopen tijd. Kinderen doen namelijk hun ouders na, dus waar word ik, vaker dan me lief is, mee geconfronteerd? Juist. Foto’s van mezelf die niet per se flatterend zijn. (En ik heb dan nog de macht om ze te verwijderen en ze niet op het web te slingeren).

Maar voor jullie vermaak hier wat foto’s die ik willekeurig in m’n fotobibliotheek terugvond.

Kromme houding
Een lekker koekje bij de koffie

Ik voel ze kinderen!

Terug naar Peter Woort

Vroeger sportte ik bij Peter Woort, en er zijn natuurlijk meerdere argumenten te noemen waarom ik daar nu niet meer sport. Maar vandaag parkeerde ik er weer een keer, omdat ik bij de Praxis moest zijn. Plotseling beving een sentimenteel en nostalgisch gevoel mij en dacht ik terug aan al die jaren dat ik er sportte en hoe leuk, en goed, en gezellig dat was. Ik dacht terug aan die tijd in mijn leven, hoe ik was, eruitzag, wat ik deed, hoe ik me voelde. En even dacht ik ‘Zal ik weer terug gaan naar Peter Woort? Weer terug naar dat wat ooit geweest was?’ (Wetende dat in het leven van nu dat voorbije nooit meer terugkomt).

Over dit mechanisme las ik iets in de Correspondent, over het proberen te duiden van de verkiezingsuitslag, een verklaring zoekend voor de winst van de pvv.

Ik vond het een interessante gedachte: mensen stemmen op de pvv omdat de pvv een verlangen oproept naar vroeger toen alles beter was. Maar later dacht ik, misschien is het een element dat meespeelt in stemgedrag, maar het kan nooit de hele waarheid zijn.

Stemmen omdat je terug wilt naar het verleden: is dat een basis waarop mensen stemmen? Stemmen mensen niet eerder op dat wat ze graag in de toekomst willen zien. Is stemmen niet eerder een kwestie van vooruitkijken in plaats van terugkijken?

De meesten die (online) iets proberen te zeggen/te duiden over het stemgedrag van mensen, zijn welgestelde geprivilegieerde mensen. In de comments onder gewichtige en zorgelijke post kun je iets terugvinden van de beweegredenen van mensen om te stemmen op wat voor politieke partij dan ook.

Niet aangeboren knutseltalent

Gaat het mij lukken dit na te maken?

Degenen die mij al lang(er) kennen, weten dat ik geen handigheid en aangeboren talent heb voor knutselen. Een surprise maken staat voor mij gelijk aan een tabel maken in excel, wat ik met mijn zelfgediagnosticeerde excelvrees ook niet kan.

Dus mijn oudste helpen met een surprise maken – die ook geen aangeboren knutselgen heeft, is iets waar ik me echt toe moet zetten. Gelukkig kom je tegenwoordig met wat handige tutorials op YouTube al een heel end. Even was ik nog in de verleiding een kant-en-klaar surprisepakket voor veel te veel geld te kopen, maar welke les leer ik mijn kind dan?

Elke surprise moet in ieder geval de basis van een schoenendoos hebben, want anders loop ik vast. Goed, ik lekker een schoenendoos met blauw papier aan het beplakken, en ik denk dat een bemoedigend ‘Dat doe je goed, mam, heb je soms vroeger op een knutselclub gezeten?’ het hoogst haalbare compliment voor mij is.

Vanmiddag was ik een tevreden mens.

Hoe heurt het eigenlijk?

We zijn nachtje weg, en slapen in Botanic Sanctuary Antwerp, een hotel in een oud kloostercomplex met een heuse kapel om te bezoeken.

Bij het inchecken werd ons een welkomstdrankje aangeboden. Er volgden Fransachtige woorden, en wij geen idee wat ze bedoelde. Er volgde een kleine stilte. ‘Een licht mousserende wijn,’ zei ze ter verduidelijking. Aha.

De hostess kwam met een dienblad met champagne naar ons toe, met in haar hand een knijptangetje waar ze een warm doekje in had. Ze gaf er één aan Geert en daarna eentje aan mij. De hostess keek ons hoopvol aan. Het was duidelijk dat wij iets met dat warme doekje moesten doen. Ik keek naar Geert in de hoop dat hij wist wat hij met dat doekje moest doen. Geert keek ook licht twijfelend naar dat doekje, daarna naar mij en toen naar de hostess, en deed maar wat het meest logisch leek: de handen ermee schoonvegen. Ik deed hem lafjes na.

Opluchting. Het leek alsof we het goede gekozen hadden. Met een bemoedigend knikje nam de hostess onze doekjes weer terug, en kregen we daarna onze champagne.

Dit voorval deed me denken aan een verhaal dat ik een tijdje terug van iemand hoorde, en waar ik ook zo om moest lachen. Het is ons een keer overkomen, en degene die het verhaal vertelde ook, dat je in een (sterren) restaurant een kommetje krijgt met warm water, waar ze een wit opgerold iets in doen, en dat popt open tot een roosje (of iets in die richting). Maar het wordt zo geserveerd, dat het lijkt alsof je een tussengerecht krijgt.

Dus diegene die dit ook voor z’n neus kreeg, dacht lekker, een hapje. Hij pakt z’n mes en vork, snijdt het opengeplopte roosje doormidden en stopt het verwachtingsvol in z’n mond. Door welke smaakcombinatie zou hij nu verrast worden?

Het bleek een servet te zijn.

Stemmen

Het is bijzonder hoe weinig ik me momenteel interesseer voor de politiek, en de aanstaande verkiezingen. Vanwaar mijn desinteresse? Ik kan er (nog) niet echt een goede verklaring voor vinden.

Normaal gesproken ben ik wel redelijk op de hoogte over wat er in politiek Nederland gebeurt. In Nieuwsuur gaat het vaak over de politiek, en dat luister ik bijna dagelijks. (Nouja, de eerste 10 minuten, want we zetten het aan om in slaap te vallen – wat met Nieuwsuur op de achtergrond verrassend snel gebeurt.) De kamer van Klok via de Volkskrant mag ik wel graag luisteren, en verder gewoon lezend via de NOS en het NRC.

Maar nu? Ik klik, zap en swipe alles weg. Als men zegt dat Pieter Omzigt te conservatief is, denk ik alleen ‘huh, wat dan?’ Moet ik eens gaan opzoeken. Kèrolijn van de BBB heeft vooral een groot hoofd met dito onderkin, en d’r hysterische matchende nagels vind ik al helemaal niets. Dilan Yesilgoz leeft in m’n hoofd alleen door het typetje van Iris Rulkens. En zo heb je natuurlijk nog wat hoofdrolspelers, maar goed, wat kan ik erover zeggen.

Willekeurige dingen

Voor vandaag drie willekeurige dingen.

1. Ken je dat, dat je sokken draagt (ja vast), maar dat je sokken draagt in een bepaalde schoen en bij elke stap die je zet, glijdt je sok iets meer af, totdat je op een gegeven moment een frommeltje sokken rondom je tenen hebt hangen, óf nog erger, dat je sok net over je hak afglijdt en je bij elke stap een soort mondharmonica over je voet voelt bewegen. Bijna niet te verteren.

2. Skinny jeans zijn uit. Passé. Verleden tijd. Voor zowel mannen als vrouwen. Helemáál lichtkleurige skinny jeans met zwarte bikerboots. (Totdat het over een jaar of 10 weer terugkomt. Maar dan nog: er zijn maar weinig (vrouwen)figuren die een skinny jeans kunnen hebben).

3. Telefoonkoorden. Of telefoonhoesjes aan riem. Hoe heten ze eigenlijk? Ik kan geen goed argument bedenken waarom je met met zo’n ding zou willen rondlopen. Je kan je telefoon in een tas stoppen, of broekzak. Ok, soms heb je geen passende broekzak voor je telefoon tot je beschikking, maar is het echt nodig om je telefoon óveral en altijd bij je te hebben? Je telefoon als een sieraad om je nek hangen, lijkt zo overdreven.

De meer de lezen

Vanochtend las ik een interessant artikel van Bas Heijne in het nrc (dat ik nu niet meer snel terug kan vinden) over dat er genoeg mensen zijn die (een boek willen) schrijven, maar waar zijn de mensen die willen lezen?

Zou het door deze tijd komen, waarin we heel makkelijk een podium voor onszelf kunnen creëren, dat mensen ook eerder het gevoel hebben dat anderen op hun (non) fictie zitten te wachten?

Maar waarom zou je lezen? Waarom is het belangrijk om te lezen? Waarom is het belangrijk de literatuur levendig te houden? Ik weet nog dat we eens tijdens een college moderne letterkunde over deze vraag moesten nadenken. Ja, het is goed voor je taalontwikkeling, en dat kan je op veel andere gebieden helpen, maar dat voelt niet per se wezenlijk. Bas Heijne geeft een mooi antwoord op het waarom, vind ik.

Dus, bedankt voor het lezen! En ga het artikel van Bas Heijne lezen (je zult het even moeten opzoeken, sorry). En ga boeken lezen!

Ouderschap

Zal het ouderschap altijd een bepaalde vorm van dualiteit behouden? Zal het altijd loslaten en vasthouden betekenen?

Neem vanmiddag. Ik probeer mijn kinderen een gezonde mate van zelfstandigheid bij te brengen. Zelf naar sport fietsen, naar een winkel gaan, iets vragen, iets onderzoeken, fouten maken.

Dus de jongens plus een moat gingen vanmiddag op pad met Balder, het was rond 17.00u en al schemerig. Ze wilden over de haven, met een Apple Watch om hun stappen en kilometers bij te houden. Goed idee, generatie Alpha. Maar zei ik, ga maar niet naar de haven, ga naar het Wilhelminapark.

Ruim drie kwartier later dacht ik, ogerik, wat ben ik voor een ouder. Het is al donker, en van wat ik hoorde reed er door het hele dorp politie (want: rellen?) en m’n zus werd bij het inrijden van Urk al extra gecontroleerd. Visioenen van hoe mijn kinderen ook tussen de rellende jeugd zou belanden, en dat ik ook zo’n ouder was die ook niet wist waar z’n kinderen uithingen, deed me gauw op de fiets stappen en richting de Akkers fietsen. Ik rook al een vuurwerklucht, zag een politieauto voorbijrijden, en ik begon wat harder te trappen.

Helemaal niets aan het handje. Geen rellende jeugd, geen vuurwerk, maar ook geen drie jongens te zien met een hond.

Ik weer terug naar huis, en daar aangekomen zag ik ze met een frisse kleur op de wangen net het huis binnengaan. Zie je wel, ik kan ze wel loslaten.

Nu bleken ze toch naar de haven zijn gegaan, waar ze door de politie aangehouden werden, omdat de politie zich afvroeg wat ze met een Apple Watch deden…

Zie je, ik moet ze toch vasthouden.

Navigate