Divers

De afgelopen tijd

Je kunt ervoor kiezen om jezelf elke dag uit te dagen, te motiveren, je blik bewust te richten op de wereld om je heen, op iets wat je hoort, leest, denkt of ziet. Je kunt elke dag ergens een stukje over schrijven (bloggen! Maar ik houd niet van dat woord).

Je kunt er ook voor kiezen om de Disney+ app op je telefoon te installeren, en elk vrij half uurtje dat je hebt Homeland te gaan bingewatchen.

Het is denk ik niet moeilijk raden wat ik de afgelopen dagen vooral doe.

Vooral Claire Danes in Homeland vind ik bewonderenswaardig goed acteren. Maar ook: Homeland is ‘af’. Het heeft geloof ik zeven seizoenen, waarvan het laatste seizoen in 2020 uitkwam, en het eerste seizoen in 2011. Het gaat in de eerste seizoenen over Al Qaida, Israël, Palestina, Irak, Iran, Hezbollah, Hamas. Allemaal woorden die je de afgelopen maanden ook hoort.

We hebben volgens mij het idee dat de geschiedenis lineair vooruit loopt, maar ik dacht, tijdens al die uren verstand vergapen aan Homeland, is het niet eerder een cirkel? Een grillige cirkel.

Van de koffie in de drup

Deze blog bevat het begin van een fotoserie die ik ‘Aaltine en de koffievlek’ ga noemen. Ik drink al heel lang, en veel, koffie. En koffie geeft ook het ritme van mijn dag aan, misschien zelfs wel mijn leven.

Wat minder poëtisch is, is dat ik altijd op hetzelfde plekje, zo precies in het midden van mijn trui, koffievlekken heb. Alsof ik niet normaal, zonder koffiedruppels uit m’n mond sijpelend, kan drinken.

Ik ben gaan vastleggen hoe vaak ik met een koffievlek rondloop. Gister op mijn werk constateerde ik een hele sliert van koffievlekken op mijn broek. Dat was wel echt een dieptepunt.

Onderstaande foto zijn niet nieuws- of kunstwaardig, maar gewoon iemand die van koffie drinken houdt, maar het niet binnensmonds kan houden.





Voor zover het begin van een foto-serie!

Stille ramp

‘Er is een stille pandemie gaande’, een ‘stille ramp.’ Enig idee wat het zou kunnen zijn? Er overlijden jaarlijks 5800 mensen aan; het kost miljarden aan zorg.

Inactiviteit. Niet bewegen.

Een tijdje terug las ik dat in het nrc. Zeer de moeite waard om te lezen: het is een reconstructie van hoe de er telkens goedbedoelde initiatieven zijn om mensen meer te laten bewegen, maar hoe alles ook telkens voor de korte termijn geldt, en met elk nieuw kabinet er weer ander beleid komt.

Moet (meer) bewegen van een overheid afhangen? Misschien. Maar Nederlanders zitten gemiddeld 9,1 uur per dag! Wat een getal.

Maar een tijdje terug, toen ik into Erik Scherder was, kwam ik erachter dat ik ook grotendeels zittend mijn dag doorbracht, maar toch ook vooral het gevoel had dat ik zoveel in de weer was. Ik sport zo’n beetje m’n hele leven al netjes 2x per week, maar los daarvan: ik ging met de auto naar m’n werk, daar aangekomen achter een bureau zitten, weer thuis ‘poe poe, als ik eerst maar op de bank kan gaan zitten.’ Op 2x sporten na, bewoog ik eigenlijk amper.

Dagelijks 30 minuten achter elkaar bewegen, is de beweegnorm, en daar moet ik echt moeite voor doen: ik loop wat af met de hond, in m’n toffe – ietsje potloodventachtige vibes – regenjas.

SCABcafe

Gister hadden we weer de eerste scabcafe van het seizoen. Met het scabcafe proberen we een plek te bieden aan liefhebbers en makers van en in het culturele veld.

Gisteravond was Cornelis Kapitein aanwezig om zijn poëzie voor te dragen, in het Urkers. Hij woont het grootste deel van zijn leven al buiten Urk, maar z’n gevoelstaal is Urkers gebleven en daar schrijft hij ook z’n poëzie in.

Het was ontroerend. Echt. Dichtbij. Kwetsbaar. Zangerig.

Poëzie lezen is fijn, maar poëzie horen voordragen is werkelijk mooi. Het voerde me terug naar honderd jaar geleden toen ik in Amsterdam studeerde, en naar een avond ging waar Ramsey Nasr zijn werk voordroeg. Betoverend. (Ook al eens naar de serie Dr. Nasrs Wunderkammer gekeken? Genieten!)

En ik luisterde naar Cornelis, en dacht wat mooi dat ik hier nu op Urk naar iemand luister, in m’n eigen taal, die weet te raken.

Aai over de bol

Een tijdje terug zag ik in een flits iemand iemand een aai over de bol geven. Lief, aandoenlijk en intrigerend. Het was niet een ouder die een kind een aai over de bol geeft.

Wat betekent een aai over de bol? M’n fantasie ging een beetje aan de haal, omdat ik het zo’n bijzonder gebaar vond. Was het een gebaar voor ieders ogen bestemd? Maakt dat de betekenis anders? Is het een gelijkwaardig gebaar? Staat het voor zoiets als een schouderklopje?

Geen idee, en ik zal het misschien ook nooit weten.

Irritaties

Ik heb nogal wat irritaties. Grote irritaties, kleine irritaties. Serieuze irritaties, onbelangrijke irritaties.

Een tijdje terug leek het me grappig om wat irritaties te delen. Ik vroeg Geert om wat input, en het werd gewoon gênant. Geert begon op te sommen wat al mijn irritaties waren, en na een kwartier zei ik ‘ok, stop nu maar.’ Het zette me overigens wel aan het denken.

Maar ken je het volgende: je wilt een verpakking van iets open maken. Bijvoorbeeld een koffiepak of een verpakking met plastic zakjes. Het mooiste is dat je in één of twee scheuren de verpakking open hebt. Maar nee, je scheurt een ienieminie stukje af. Nog een keer dan. Weer een snippertje. Daarna weer een snippertje. Eindresultaat: tientallen kleine snippers die je één voor moet oppakken om in de prullenbak te gooien.

Nog een: ALTIJD natte sokken in de badkamer. Ik heb geen idee hoe mijn huisgenoten douchen of badderen, maar o-ver-al ligt altijd water. Ik ben al geconditioneerd om als een soort tapdanser me door de badkamer heen te manoeuvreren, maar het helpt niets. Altijd natte sokken in de badkamer. Als het me niet zo irriteerde, zou ik er zelfs een soort schoonheid in kunnen zien.

We hebben een hel nodig

De goddelijke komedie van Dante

Ongelooflijk graag luister ik naar de Ongelooflijke podcast (flauw flauw, ik weet het).

In de laatste aflevering gaat het over de hel (en waarom we er één nodig hebben.) absoluut de moeite waard om te luisteren.

Twee dingen: A.F.Th van der Heijden schrijft in één van zijn werken: ‘de hel is de herhaling.’ Minstens een paar keer per week prevel ik die uitspraak zachtjes voor me uit.

Het andere: in de Ongelooflijke wordt vaak theologiserend (is dat een woord?) en theoretisch gesproken over allerlei thema’s die te maken hebben met het christelijke geloof.

In deze aflevering stelde een vrouw een vraag over uitsluiting (icm de hel en God liefhebben boven alles). En je hoorde aan haar stem – een dikke krakerige stem en heel langzaam pratend – hoezeer zij persoonlijk worstelde met iets. Het trof me dat het abstracte en persoonlijke elkaar hier raakten. Gelukkig ving Stefan Paas dat ook op, en gaf een heel mooi voorzichtig antwoord.

Was ik weer

Dag waarde lezers,

Daar was ik weer.

Zoals het makkelijk is om elke dag wat te schrijven, is het op dezelfde manier net zo makkelijk om elke dag niet te schrijven.

Je kunt elke dag kiezen om iets niet te doen, of wel.

Misschien had ik wel gehoopt dat het me al iets zou opleveren; elke dag schrijven.

Misschien was ik even klaar met woorden en zinnen delen. Misschien was ik wel even klaar met mezelf.

Maar nu, nu ben ik er weer.

Thuisblijfmoeder

Elke schoolvakantie is er wel een moment dat ik een dag(deel) alleen ben, omdat of Geert of grootouders iets met de kinderen doen.

Op zo’n dag rommel ik wat aan, ruim wat op, alles blijft zoals het is, maak ik eten klaar, doe ik de was, en werk was weg. Vervolgens begeef ik me naar de tuin en haal het onkruid weg, en hark de boel netjes aan. Alles met een heerlijk muziekje, of een podcast aan.

Minstens elke schoolvakantie denk ik op zo’n dag ‘Misschien moet ik maar thuisblijfmoeder worden. Wat is er heerlijker dan thuis zijn en alles netjes onderhouden?’

En dan komt iedereen thuis, en poef, het moment is weg.

In het moment

Ik krijg jeuk van het woord genieten, of braakneigingen van ‘in het nu leven’ of ‘in het moment zijn.’ Je leeft altijd in het nu, of op dit moment. Daar kun je niet voor kiezen.

Maar toch, maar toch. Soms ben ik bang dat ik vergeet hoe leuk het eigenlijk is, al zijn er jengelende kinderen. Al wordt er alleen gezeurd om schermen, al zijn er irritaties, al is het rommelig en lawaaiig. Al ben ik moe, al doet m’n rug pijn. Soms ben ik bang dat ik alleen achteraf kan genieten, als ik foto’s terugzie. Dan is het dagelijkse weggevallen, en de herinnering overgebleven.

Daarom is de bovenstaande foto belangrijk voor mij. Omdat ik nog zo goed weet hoe vermoeid ik was met een baby, peuter en kleuter. Maar op dat moment, met dat kleine slapende meisje tegen me aan, was ik ook intens gelukkig. Het is helemaal geen mooie foto, maar wel een echte.

Navigate