O, o, o, als ik een kat was, dan was ik nu aan het spinnen. En dat wil wat zeggen, want ik houd totaal niet van katten.
Maar ik ben momenteel zo hard aan het genieten van mijn vakantie. En het enige wat ik doe is lezen, en nog meer lezen, en de dag zo inrichten dat ik nog meer kan lezen.
Ik bereik dit punt niet vaak, maar soms vertraag ik zo, dat ik in een staat raak van onmetelijke luiheid.
(En ok, met dit schrijven jammert er heus wel een kind aan m’n hoofd, en wordt er ruziegemaakt, maar het mooie is dat ik zo lui ben, dat voordat ik een halfslachtige zin heb geuit, het gejammer en het geruzie alweer afgelopen is, omdat alles met tijd zichzelf wel weer oplost).
Het feit dat ik hier nu op deze plek aan het typen ben, komt ook alleen maar omdat m’n ereader aan het opladen is, omdat ik vanmiddag weer verder ga lezen, en ik even de tijd moet overbruggen. Ik herinner me nu ook dat ik nog een vriendin een appje moet terugtypen. Duurt alleen maar 4 dagen voordat ik antwoord.
Het enige lastige aan deze staat is, is dat er een moment komt dat ik er weer uit moet ontwaken. En des te verder je wegzakt, des te langer het duurt voordat je weer op dreef bent.
Ik kwam van de wc, met een paar diepe zuchten en wat gekreun (het viel me zwaar), en keek recht in het gezicht van een ‘mannetje’ in huis. Gauw deed ik de deur achter me dicht, in de hoop dat er geen walm achter me aankwam.
Deze week worden er boven nieuwe kozijnen geplaatst, en daar ben ik natuurlijk hartstikke blij mee en dankbaar voor, maar je hebt wel weer de hele tijd mensen door je huis heen, op plekken en momenten waarop je het niet verwacht.
Nieuwe kozijnen betekent geen raambekleding, dus dat wordt douchen voor een open raam. Ok, je zou het natuurlijk kunnen afplakken, maar daar ben ik te lui voor. Voordeel is wel dat Geert nu ‘s ochtends lekker vroeg beneden is, er zijn dus ook positieve kanten!
Maar wij zijn geen doe-het-zelvers wat dat betreft (een gevleugelde uitspraak van Geert is dan ook ‘Een schilder moet je laten schilderen’). En door de jaren heen hebben we al heel wat ‘mannetjes’ over de vloer gehad die dingen kwamen maken, of opknappen.
Het punt is, je krijgt geen ‘mannetjes’ over de vloer, maar echte mensen. Mensen met lange verhalen, met overtuigingen, met wensen. Zoals die ene keer dat iemand met z’n zweetreet in mijn bank plofte, en begon te vertellen dat hij bij een ander huis altijd lekkere gehaktballen kreeg tijdens het werk. (Helaas, daar stak ik nogal bij af: kopje koffie met een klein koekje, dat was het).
Als er vreemden in je huis zijn, word je je plotseling heel erg bewust van jezelf, en hoe je je door je huis begeeft. Die continue alertheid is best vermoeiend.
Dit wordt een lekker oppervlakkig verhaal over uiterlijk. Hier mag ik het eigenlijk niet over hebben, of er teveel mee bezig zijn. Ik hoor het stemmetje van m’n zus al in m’n hoofd dat we niet teveel focus op uiterlijkheden moeten leggen, want wat voor voorbeeld zijn we dan voor onze dochters. Absoluut helemaal waar. Maar m’n zus leest m’n blog toch niet. Overigens leg ik het bij m’n moeder neer dat (op) gewicht (blijven) altijd een rol speelt in mijn leven. Maar die leest m’n blog ook niet, dus voor dit onderwerp komt dat mooi uit.
Ik was de afgelopen jaren niet tevreden over m’n lichaam. Ik denk, dat ik ook wel een beetje moeite heb met ouder worden, en met dat alles slapper wordt. En ook, dat je minder snel, of gewoon niet, weer terugveert in je oorspronkelijke staat; je blijft uit de plooi. En dan dat vel dat je overhoudt na zwangerschappen. Plus, en nu hoor ik het stemmetje van m’n andere zus in m’n achterhoofd (leest dit denk ook niet), ik houd ook gewoon ordinair van frikandellen, patat, pizza. En, oja, dat zou m’n broertje toevoegen: chips. Ik zou een aparte blog over chips kunnen schrijven.
Maar het afgelopen jaar heb ik erg mijn best gedaan om meer beweging in mijn dagelijkse routine te krijgen. En dat is gelukt. Wat ik nu doe is dagelijks 10 tot 15 duizend stappen, en elke dag een kleine pilates workout, op de 2x crossfit in de week na. Daarnaast doe ik zoveel mogelijk op de fiets, en met elkaar is dit wel echt een verandering in mijn beweegpatroon geworden.
Ik zeg bovenstaande dingen allemaal om te concluderen dat het goed is om elke dag je lichaam in beweging te krijgen, maar dat het meeste effect denk ik bereikt wordt door een goed eetpatroon. Ik denk ook dat dat het moeilijkst is. Tijdelijk een dieet volgen, of één of andere hype meedoen is niet moeilijk, maar duurzaam je eetpatroon aanpassen wel. De dag dat ik besloot om te stoppen met mijn gewoonte om bij elk kopje koffie twee Maria biscuitjes te eten (en ik drink nogal wat koffie op een dag), staat nog in mijn geheugen gegrift. Het is gelukt, de gewoonte is eruit.
Ik ben nu op een eetprogramma van 30 dagen gestuit van een één of andere Britse diëtiste, en dat ga ik volgen. Eigenlijk houd ik daar helemaal niet van. Ik weet nog dat ik eens een eetmethodeboek van m’n moeder leende, het doorlas, en dezelfde avond de tas met boeken weer in haar berging neerzette. Teveel werk, voor eten dat er niet bepaald lekker uitzag.
Maar tijden veranderen, en ik word ouder, en wil je wat bereiken, dan zul je er wat voor over moeten hebben.
Dus, volg me voor meer updates! (Nee, liever niet trouwens).
Ik schrijf dit terwijl ik me net opgesloten heb in mijn slaapkamer. Deur op slot, om afstand te creëeren tussen mij en m’n allerliefste kindjes.
Je kunt niet aan ze ontsnappen. Je bent en blijft (voor een groot gedeelte van de tijd) verantwoordelijk voor je kinderen. Ik kan een rondje lopen met de hond, maar daarna zijn m’n kinderen er nog steeds. Ik kan me opsluiten in de slaapkamer, maar daar moet ik weer een keer uitkomen. En ook, ze lopen achter je aan, en gaan aan de deur roeptoeteren.
En ik heb het al vaker genoemd, maar die jongensenergie kan ik soms niet aan. Op dit soort dagen, als ik zelf al niet in m’n beste hum ben, en dat aan elkaar zitten, meppen, schreeuwen, elkaar uitdagen, rennen, springen (of doen alleen mijn jongens dat?). Jongens zijn écht anders dan meisjes, want ik heb vergelijkingsmateriaal.
Als er een bureau omdondert, omdat stoelen niet gebruikt worden om te zitten, maar tafels. En dat een keukeneiland geen plek om te koken is, maar vooral om te oefenen om met een aanloopje erbovenop te kunnen springen. Een bank is niet om te zitten, maar vooral een springplank om saltootjes te oefenen. Een bed is niet om te slapen, maar vooral een valbak om vanuit het raamkozijn in te springen.
Is het al 20.00u?
(En oja, ik hoef het niet te zeggen, want je weet het wel, maar natuurlijk zijn ze de meest dierbare mensjes voor mij – en mochten ze dit ooit lezen, dan weet ik dat ze dat weten, maar het moet toch even gezegd worden).
Ooit las ik eens iets over dat beslissingen en keuzes eigenlijk altijd in een split second worden gemaakt, en dat het veel meer gebaseerd is op gevoel, in plaats van op de rede.
Je verwacht of gaat ervan uit dat beslissingen of keuzes gemaakt worden op basis van logische argumenten, op verstandelijke overwegingen, maar heel vaak is dat niet het geval. Het is meer (onderbuik) gevoel. Bijvoorbeeld de keuze om met iemand te trouwen, dat gebeurt, wat mij betreft, niet op basis van een lijstje met voor- en tegenargumenten, maar op een gevoel.
Deze week had ik een (sollicitatie) gesprek, waar ik totaal geen goed gevoel over had. (Natuurlijk heb ik dat gevoel – wat maakt dat … – voor mezelf uitgepluist, maar waar het om gaat is dat het begon met een gevoel). Gaandeweg deze week werd het gevoel in mij ook steeds sterker dat ik hier niet mee verder moest gaan.
En o, wat was de opluchting vanmiddag groot toen ik gebeld werd met de mededeling dat de keuze niet op mij gevallen was. Ik belde Geert, en ik was echt blij. Daarna werd ik overvallen door vermoeidheid en kreeg ik hoofdpijn, dus het had me zeker (onbewust) wel beziggehouden. Maar wat een opluchting.
Ik vraag me overigens nog steeds wel af of ik nu ook teleurgesteld ben. Ik vind de hele gang van zaken wel een grote flop, ook van mezelf. Maar ook ben ik verbaasd dat ik vooral erg opgelucht ben.
Het is een lang verhaal, over een kleine situatie, maar ik heb een belangrijke les geleerd. Je onderbuikgevoel klopt, en begin alleen ergens aan als je motivatie duidelijk vanuit jezelf komt.
Haha! En toen werden vandaag deze bloemen bezorgd!
Mijn week begon met een sollicitatiegesprek voor een (tijdelijke) functie die ik in de eerste plaats al niet wilde, en vervolgens viel het gesprek ook tegen. Dus ik ben benieuwd wat eruit komt, en wat ik ga doen.
Het kleine geluk is dat ik me er niet zo druk over maak.
Vanmiddag zat ik in de personeelskamer te eten, met een bord kost dat me deed denken aan een mopje van onze Rine (5 jr): het is geel en bruin, ra ra wat is het? Een snotaap.
Ik had er een krantje bij, en ik voelde een klein geluk, want, in tegenstelling tot vorig jaar, heb ik datgene wat ik moet doen onder controle, en het rolt, en het loopt, en het gaat. En dat is lekker. Klein geluk.
M’n kinderen helpen ‘‘s ochtends zo goed mee, elk met hun eigen taak. FG leegt de vaatwasser, en ruimt alles op. Kalle doet de tasjes met drinken en fruit voor alledrie, en Rine ruimt alle kleren van de grond op, en legt ze in de speelkamer. (Elk kind krijgt er wel een beloning voor; iets wat ze zelf kiezen. Het is echt niet zo dat ze zoiets zomaar uit zichzelf doen). Maar in de ochtend zo met elkaar samenwerken, zonder gedoe: klein geluk.
Een collegaatje van me was ook naar the eras tour van Taylor Swift geweest, en ze vertelde me dat ze vanaf 13.00u ‘s middags tot ‘s avonds 22.00u ongeveer niet geplast had. Dat kon niet, omdat ze anders haar plekje in de rij kwijt was, en eenmaal binnen anders haar plekje dicht bij het podium kwijt was. Niet kunnen plassen zou ongeveer mijn worst case scenario zijn.
Voor mij was het een beleving die ik niet had willen missen. Voor iemand als ik die makkelijk alles aan zich voorbij laat gaan, voelde dit echt als iets van ‘ik was erbij!’ Dus extra blij en dankbaar dat Anna – voor m’n gevoel 3 jaar geleden – een tikkie van een paar honderd euro onder m’n neus schoof voor het concertkaartje. Van begin tot het eind heb ik genoten, vooral omdat we de kilometerslange rijen snedig hebben weten te skippen (hallo zwangerschapskaart! (Niet van mij hè)), heerlijk met elkaar hebben gegeten, sluiproutes hebben genomen, en in halletjes en clubjes terechtkwamen waar we denk ik niet hoorden.
En dan het concert. 3,5 uur die voorbijvliegen, en Swift die continu de aandacht weet vast te houden, zelfs voor iemand als ik, die helaas maar 1 liedje kende. Stel je voor hoe het geweest moet zijn als je echt echt fan bent, en al die geheimpjes met Swift deelt, bijvoorbeeld over hoeveel klappen die je op een bepaalde tekst moet geven, of de surprise songs, of de outfits die er per tour anders uitzien (hoorde ik allemaal achteraf in een podcast).
Dus achteraf had ik ook graag de tekst van het 10 minuut durende all too well willen kunnen meezingen.
Elke week weer is het een mentale strijd: woensdagochtend 06.00u sporten. Ik heb het hier zo vaak over dat mensen denken dat ik élke ochtend om 06.00u sport, wat niet zo is dus, het is maar 1x in de week.
Het punt met ‘s ochtends sporten is dat je geen excuus hebt om niet te gaan. Er zijn geen andere verplichtingen of verantwoordelijkheden die aan je trekken. Ok, als je wederhelft er niet – bijvoorbeeld door ‘bussinestripjes’ (Ja, is ook echt heel hard werken).
Dus maandagavond denk ik al morgenavond moet ik vroeg naar bed. Dinsdagavond prep ik mezelf. Kleren klaarleggen. Wekkertje zetten. Naar de wod kijken of die reden geeft tot uitschrijven.
Want nog voor 75% meewerkt, is dat ik met vriendin Anna elke woensdagochtend de buddywod doe. Je kunt elkaar niet echt in de steek laten. En dat op elkaar rekenen, en allebei balen dat het zo vroeg is, en de wod zo stom, maar achteraf blij dat we er waren, dat maakt dat we er elke week weer zijn.
Daarom schrijf ik dit ook op. Om te herinneren waarom tóch elke woensdagochtend om 5.20 m’n wekker afgaat.
(Overigens is er een ‘echte’ ochtendploeg. Een aantal hardnekkigen die al jaar en dag élke ochtend om 06.00u sporten. Petje af hoor! Hun geheim: ze doen na de kost een knippien.)
Deze is voor m’n vader, omdat hij nu overweeks is om aanstaande vrijdag bij ons jubileum te kunnen zijn. En deze is voor mijn vader omdat het vandaag vaderdag is. En deze is voor mijn vader omdat ik van de week het spreekwoord dat mijn vader vroeger altijd bezigde ‘Veel beloven weinig geven, doet een gek in vreugde leven’ aan een groepje collega’s vertelde, en zij allemaal heel instemmend aan het knikken waren.
Vorige week kwam mijn vader onze coniferen snoeien, want mijn vader heeft een heggezaag (is dat een woord?) op benzine, en mijn vader heeft een flinke kar voor achter de auto (bus), mijn vader is bij uitstek een echte doe-het-zelver. (En wij wat minder). En oh, wat houd ik ervan dat m’n vader eigenlijk vindt dat elke man een doe-het-zelver moet zijn. Met de juiste spullen en de juiste uitrusting. Met een geordende plek voor elk stuk gereedschap, om nooit mis te grijpen.
M’n vader stond aan de wegkant te snoeien, ondertussen geduldig de honderden vragen van z’n kleinkinderen te beantwoorden, en ze te leren hoe ze een met een flinke trek de benzinemotor aan moesten krijgen. En oh, wat houd ik ervan dat m’n vader onze kinderen mee laat doen met de grotemensendingen, zoals heftruckrijden en motoren aanzetten.
Aan de andere kant stond ik, een beetje onkruid te trekken.
En er was een sterke benzinelucht, en veel lawaai. En dat waren voor mij geuren en beelden uit mijn jeugd. Bij mijn vader past lawaai, motoren, brandstof, groot materieel. En wat is het heerlijk dat ik ben opgegroeid met de wetenschap dat het wel goed komt, je kunt altijd terugvallen op ons. En nee, dat is nooit letterlijk gezegd, maar de benzinegeur en de heggenschaar maken dat duidelijk.
Eén herinnering nog die ik voor altijd koester. Jaren terug voor vaderdag ging ik uit eten met m’n vader. Wij met z’n tweetjes, voor het eerst. En ik vond het spannend, en ik denk m’n vader ook. Maar het was tijdens dat etentje dat ik er achter kwam hoezeer ik op m’n vader lijk, en hoe leuk ik dat vind.
Ik was zondagavond bij de 5 uur durende theatervoorstelling van ‘het achtste leven’. En het stelde niet teleur!
Als je het nog niet wist: Het achtste leven van Nino Haratischwilli is mijn lievelingsboek, en nu was er door theatergezelschap Oostpol een voorstelling gemaakt van het verhaal. Een paar jaar geleden had ik al kaartjes gekregen voor een voorstelling over dit boek, maar die werd helaas afgezegd.
Van te voren was ik benieuwd naar twee dingen: hoe ga je zo’n lijvig verhaal (het boek gaat over 6 generaties, 1200 pagina’s) op een paar vierkante meter overbrengen? En, hoe ga je 5 uur lang je publiek boeien?
We hadden de laatste kaarten bemachtigd, dus we zaten helemaal in de nok van het theater, maar wát een voorstelling. Ik had er zo nog 3 uur naar kunnen kijken/luisteren.
De muziek, de theatrale keuzes, de taal, de humor en de personages maakten het tot een heel heel mooi stuk. M’n vriendin had het goed ingeschat dat dit een voorstelling is die je moet meemaken/ervaren, en dat het lastig uit te leggen is wat er precies goed aan is.
Ik heb weer helemaal zin om het boek te gaan lezen. (Er bleek ook een oud-collega in de zaal te zitten (met een mooi rijtje boeken van Nino Haratischwilli), dus weer eentje gevonden die het boek ook heeft gelezen!)