Divers

Kwa kwa kwak

Het woordje ‘qua’ is van oorsprong geen Nederlands woord, maar een Latijns woord.

Het is een wel een veelgebruikt woord in de Nederlandse taal, omdat het zoiets betekent als ‘wat betreft’. Eigenlijk zou je zo’n constructie met het woordje qua moeten proberen te vermijden.

Dus niet de zin: het is een raar woord qua betekenis. Maar beter: de betekenis van het woord is raar.

Als je dan toch het woordje qua gebruikt, spel het dan wel goed. Geregeld zie ik ‘kwa’ voorbijkomen. Maar ik vraag me dan oprecht af: hoe kom je erbij om het zo te spellen?

Ergens snap ik dat natuurlijk wel, het fonetisch spellen van woorden, maar nergens in (goed) geschreven taal kom je de spellingswijze van ‘kwa’ tegen. (Ik heb zelfs nog even nagezocht of het ook een goedgekeurde spellingswijze is die de Nederlandse Taalunie hanteert, maar nee.)

Concluderend: qua is al geen mooi woord om in zinnen te gebruiken, maar als je het gebruikt, gebruik het dan kwa spellingswijze wel goed.

Het huis van Sarah

Gister beleefde ik Het huis van Sarah van Theatermakers Radio Kootwijk. Een theaterstuk van ongeveer tweeënhalf uur over techniek en technologie, begeleidt door een Sarah, die via een app tegen je praat.

Wat was het leuk. Je gaat met een klein publiek van kamer naar kamer (containers omgebouwd tot decor) en komt in aanraking met verschillende invalshoeken en vragen over de techniek van de toekomst.

Helaas mochten we geen foto’s delen van de binnenkant van de kamers met publiek.

Maar stel je voor: je komt een container binnenwandelen, en je hebt er al een paar kamers gehad: de hartkamer, het transformatiehuisje, en de Greenroom.

Vol verwachting loop je de container de Sky highroom binnen en je ziet allemaal ladders staan, met daarboven gaten in het plafond. Je klimt nieuwsgierig op een ladder en plotseling ontvouwt er zich een nieuw decor: links en rechts van je zie je ook hoofden oppiepen, en je bent in de wolken beland, waar een dromer en visionair je meeneemt naar de ongekende mogelijkheden van digitalisering.

De setting alleen al maakte het zo grappig, dat het moeilijk was om niet te genieten.

Willekeurig

Het idee gaat dat je altijd wel wat te schrijven hebt, als je eenmaal begint met schrijven. Maar deze week kwam er zo weinig in me op. Zo weinig wat het de moeite waard maakte om het op te schrijven. Terwijl ik heus een prima week had.

Na de boekenclubavond realiseerde ik me hoe tof het is om met elkaar over boeken te praten, omdat ik ook na deze avond allerlei inzichten en verbanden opdeed die ik zelf niet uit het boek gehaald had.

Deze week was ik een paar keer in gesprek met iemand die ik verder niet kende, en ik realiseerde dat ik wel een paar keer verontschuldigend zei ‘sorry, ik mag graag overdrijven.’ Ik overdrijf kennelijk nogal graag. Of, ik beschrijf situaties graag hyperbolend.

Vanochtend deed ik iets waar ik blij van werd: een uur lang stofzuigen. En alsof met het stofzuigen de mist in m’n hoofd ook opklaarde, gaandeweg werd ik weer opgewekt.

Dom dommer domst

Ik zou een matig verhaal schrijven over een schuldgevoel dat ik had (heb) om iets kleins of iets groots; het is maar hoe je het bekijkt.

Maar het gevoel van domheid dat me zojuist overviel, overtreft het schuldgevoel. Foei foei, wat kan ik soms naïef zijn.

FG wilde met z’n moat een kampvuur maken in onze tuin, maar dat mocht niet van mij. Hun vuurtje voor vuur bleef branden, dus ze zochten een andere manier om toch een fikkien te stoken. Ze bedachten dat ze met een lamp en een stuk glas wel een vonk konden krijgen, en zo alsnog een kampvuur aankrijgen.

Ik krijg vaak niet eens de open haard aan, dus ik dacht, laat maar knaken. Maar jawel, even later zie ik een klein vuurtje.

Ik oprecht verbaasd, en wilde eigenlijk boos worden, want toch een vuur, terwijl dat niet mocht. Maar ik vond het toch ook heel bijzonder. Hups, even een fotootje maken bij het vuur, daarna doven, en dan naar binnen. Ook de moeder van FG z’n moat nog even op de hoogte gebracht van het wonderlijke ‘vuur door lamp en glas.’

‘s Avonds laat ik FG aan Geert vertellen hoe ze vuur hebben gemaakt, en met opgetrokken wenkbrauwen luistert Geert naar FG, en ik zie hoe dit verhaal hem niet bevalt. Ik daarop nog ‘luister nou eens positief.’

Geert tegen FG: ‘En nu even eerlijk, jullie hebben dat gewoon aangestoken, toch? Het is gans onmogelijk wat jullie vertellen.’ FG en Kalle kijken schaapachtig en ietwat zenuwachtig proesten ze het uit dat ze het gewoon aangestoken hebben met aanmaakblokjes en een aansteker.

Waarschijnlijk had jij het ook al door bij de eerste regels, dat ik flink in het ootje genomen was.

Ik dus niet. Oelewapper die ik ben.

Magie

Travel and tell no one, live a true love story and tell no one, live happily and tell no one, people ruin beautiful things.

Kahlil Gibran

Ik las dit citaat en ik sloeg ‘m op, omdat ik ‘m zo mooi en waar vind. Je eigen ideetjes, fantasietjes, pleziertjes, ze zijn echt, ze zijn waar, zolang ze in je hoofd bestaan.

En andere heel mooie uitspraak van Kahlil Gibran hoorde ik jaren geleden in Dronten, voorgedragen door mijn collega Engels, in prachtig aangezet Engels.

Your children are not your children. They come through you, but not from you. And though they are with you, yet they belong not with you.

Het is echt de moeite waard om het hele gedicht Your Children van Kahlil Gibran te lezen. Mijn collega Engels droeg dit gedicht aan een vwo 4 klas voor, maar je merkte dat de puberzieltjes er niet allemaal even ontvankelijk voor waren.

Maar je weet dat niet. Niet zeker. Je weet niet wie je op welk moment raakt met iets. Je kunt stellen dat een 16-jarige niet zit te wachten op een gedicht over hoe je naar kinderen zou moeten kijken. Maar moet je dan stoppen met het voeden van mooie gedachtes? Van interessante zienswijzen? Van een ander perspectief?

Nee, beslist niet. Juist het onderwijs zou de plek moeten zijn waar je gevoed moet worden met iets waar je zelf niet opkomt, of niet over nadenkt, of niet van bewust bent.

De laatste tijd lees ik met interesse allerlei opiniërende stukken over het onderwijs. Eén daarvan ging over dat we het onderwijs níet moeten aanpassen aan de leerling (wat met gepersonaliseerd leren, en al dat soort fancy concepten wel het geval is), maar dat de kern van het onderwijs juíst is dat we de leerling helpen om aan te sluiten bij een wereld die net een stapje hoger of verder ligt.

Daar vindt de magie plaats.

Het leven

Ik moet nu tempo maken. Volgende week moet ik Oersoep uit hebben, maar ik zit nu helemaal vast in de wereld van Het schaarse licht van Nino Haratischwili. En nu ben ik verdrietig dat Dina dood is, en Rati ook. En dat hun leven samen zich niet heeft mogen ontplooien.

Daarnaast neemt de Dyson airwrap me momenteel ook in beslag. Zal ik anders maar een YouTubekanaal over haar beginnen, dan kan ik het verantwoorden dat ik zoveel tijd stop in m’n haar.

Een goede dag voor de ezel

Vandaag een middagverslag van een gewoon tevreden mens.

Het begon met het feit dat ik me ‘‘s middags permitteerde om naar het Berechja te wandelen. Klinkt als iets heel simpels (is het natuurlijk ook), maar er is altijd wel een reden om niet te kiezen voor wandelen. Maar nu nam ik het heft in eigen handen, en koos er wél voor.

Vanmiddag wilde ik per se een (dynamisch) keuzeformulier in elkaar kunnen zetten met ons roosterprogramma. Na veel klikken, uitproberen en logisch nadenken, had ik het voor elkaar. Tjong, wat kun je dan genieten van een mooi in elkaar gezet formulier.

Vervolgens kreeg ik van mijn lieve wederhelft de vraag of ík cadeautjes voor de kinderen wilde kopen, die hij beloofd had mee te nemen van z’n skitripje. Afijn, zoals een liefhebbende echtgenoot betaamt, stemde ik toe.

Maar ik was natuurlijk lopend. Dus van het Berechja naar de Intertoys, en dan naar huis. Terwijl ik liep, liep ik te genieten. Ik nam allerlei gedaantes aan. Ik voelde me een scholier door mijn rugtas, en een arbeidsmigrant omdat ik een stukje over geasfalteerde weg liep. Ik liep achter een wolk van overdadige parfum van twee identiek geklede refomoeders, in beige en zwart, tot aan de wagen aan toe.

Ik zag een politieman uit het politiebureau stappen en wilde een flauw grapje maken, maar deed het niet. Ik zag iemand van sport werken achter zijn computer, en wilde op het raam tikken, maar deed het niet.

Een buurvrouw passeerde me rennend, en op mijn vraag hoeveel kilometer ze al in de benen had, antwoordde ze ‘Nog maar zeven.’

Bij ons huis aangekomen kreeg ik Het Urkerland in m’n handen gedrukt van de krantenbezorger.

Kortom, het was een goede dag voor de ezel.

Does it spark joy?

‘Does it spark joy?’

Vind ik een heel mooie vraag van Marie Kondo als graadmeter voor de dingen die je doet of onderneemt. Geeft het je plezier?

Dat Marie Kondo haar opruimreligie bij het vuilnis heeft gezet nadat ze kinderen kreeg, is iets wat alle ouders snappen. Maar dat terzijde. We hebben er toch maar mooi de zin ‘does it spark joy?’ van.

Zo heb ik geleerd dat crossfitwedstrijden mij totaal geen joy sparken. 1x geprobeerd, maar alle spanningen die erbij kwamen kijken, gaven mij geen plezier. Eigenlijk alle wedstrijden in het algemeen. Altijd ook de ingeloste teleurstelling dat je ergens middelmatig/onderaan eindigt.

Wat sparkt momenteel wel joy? Mooie sokken bij m’n outfits. Browlamination. Of mooie volle wenkbrauwen in het algemeen. Dinerkaarsen bij het avondeten.

Willekeurige dingen

Dingen die door m’n hoofd gaan deze dag. Willekeurig.

– Eerder schreef ik al eens over apps die je motiverende teksten sturen, om iets vol te houden, of te doen. Nu krijg ik tientallen keer per dag een melding van Siri om iets te doen met ‘aaltinehoekstra.nl’. Een herinnering dus om een blog te schrijven. En hier baal ik zo ontzettend van. Ik kan er echt kwaad om worden. Allemaal energie die ik verspil aan boosheid en irritatie, maar die ik veel beter zou kunnen stoppen in bloggen. Toch?

Maar ik heb mijn gevoel ontleed: dit hele schrijven doe ik voor mezelf, om ergens routine in te krijgen, een gewoonte, een stukje disciplinetraining. Dat is iets van mij. Ik wil zelf per dag denken aan ‘O ja, ik moet ook nog even wat typen.’ En als ik niets schrijf, dan is dat mijn keuze. Ok, en soms vergeet ik het ook.

Maar dat moet toch ook kunnen? Nu heb ik een stom levenloos iets dat continu in m’n nek zit te hijgen dat ik wat moet schrijven. Iets bemoeit zich meerdere keren per dag met iets wat van mij is.

Maar eens googlen hoe ik die meldingen uitzet.

– Ik probeer zoveel mogelijk afval te scheiden, of te reclyclen. Waarom voel ik me toch élke keer een anonieme alcoholist als ik m’n glas in de glasbakken gooi?

– Kinderen zijn spiegels. Vaker dan me lief is, rol ik met mijn ogen, en sla mijn blik ten hemel, als iets me irriteert. M’n oudste begint dit nu ook te doen, als ik iets zeg wat hem niet bevalt. Alsof ik mezelf aankijk.

– Ken je de uitdrukking ‘het water loopt me in de mond?’ Ik ken dat ook letterlijk. Vandaag maakte ik het eten klaar, en had daar zoveel zin in, dat ik me plots allemaal speeksel gewaar werd in mijn mond. (Excuses voor de beeldende taal. Het dient een doel). Het bijzondere daaraan vind ik namelijk dat een mentaal proces, namelijk iets denken, een fysieke reactie teweeg brengt, speeksel in je mond. Nu ken ik wel meer van zulke voorbeelden, maar bijzonder blijft het wel.

– Geert is een paar dagen weg, aan het skiën. Waarom heb ik de zaken thuis dan altijd veel beter onder controle? Ik weet dat eigenlijk wel, (je kunt niet op iemand terugvallen), maar waarom ben ik normaal gesproken niet zo goed georganiseerd? Ik weet dat eigenlijk wel (ik kan normaal gesproken op iemand terugvallen).

Navigate