Het ikje voeden

Je moet het ikje, dat af en toe naar buiten piept, ook aandacht geven.

In mijn hele lijf, van kruin tot teen, voel ik zoveel weerstand bij deze zin. Ik weet niet welke superlatieven ik moet gebruiken om aan te geven hoe problematisch ik deze opmerking vind.

Deze zin werd tegen me uitgesproken in een coachgesprek dat ik had, in het kader van de opleiding coachend leiderschap die ik doe.

Ik ben al weken aan het nadenken waar deze weerstand vandaan komt. Want natuurlijk, je moet ook af en toe ‘je eigen emmertje’ vullen, om maar even de taal van nu te gebruiken. In de kern ben ik het daar ook mee eens.

Maar het presenteren als een oplossing voor een probleem waar ik zelf niet eens om gevraagd heb, klinkt zo, zo als een trucje, zo leeg en zo nietszeggend.

Want beste coach, denk je echt dat als je maar het ikje aandacht geeft, dus laten we zeggen, ik ga een avondje uit, of een weekendje weg, of ik doe op een middag iets wat ik leuk vind, dat dan daarmee plotseling de uitdagingen van het leven zijn opgelost? Het is zo kortstondig, snap je coach.

Ik las trouwens pas geleden dat veel mensen die bij een psychiater of psycholoog lopen (en het is daar erg druk tegenwoordig), vaker tegen zingevingsvragen aanlopen, dan tegen psychische aandoeningen.

Dat ikje voeden, dat gaat je niet redden. Niet op de lange termijn in ieder geval.

Wat mijn echte coachvraag was in dat gesprek, was hoe ik meer zou durven confronteren, zou leren me uitspreken. Grappig genoeg werd daar niet op ingegaan, en ik liet het gebeuren.

Dat irriteert me met terugwerkende kracht enorm. Daarom ben ik zo kwaad op dat ikje.

Comments are closed.

Navigate