Terugreis

Het begint ondertussen traditie te worden dat we op de terugreis van een vakantie op de grens van Frankrijk en België stranden met autopech. Deze keer een kapotte band.

En het ging zo voorspoedig. We hadden alle wind mee. Het was rustig op de weg, cruisecontrol op 160. Met rond de 350 km op de teller nog, tankten we, waarna we een melding kregen van lage bandenspanning. En even later, poef, band leeg. We stuiterden een afslag af, en belandden op een weggetje met allerlei reactiewoningen.

Vorig jaar strandden we (met een andere auto) in een autogarage, waar nie-mand ons wilde helpen. Deze keer hadden we het niet beter kunnen treffen, en kwamen we stil te staan voor de woning van een heel behulpzaam echtpaar, dat blij leek te zijn dat er eindelijk wat reuring was op de zaterdagmiddag. Ik kreeg af en toe un café avec un petit lait. De kinderen kregen sap en een grote zak chips. Ik kreeg aardbeien- en bramenjam uit eigen tuin én we mochten gebruikmaken van hun toilet.

Van alles geprobeerd om de band te ‘maken’, maar niks lukte. Ik kreeg instant flashbacks naar vorig jaar: op zaterdagmiddag stil komen te staan in een verlaten gebied; elk plan of idee loopt op niets uit.

Ik kan er wederom een heel lang verhaal van maken – we hebben tenslotte 6 uur gewacht op vervangend vervoer. In die 6 uur gebeurde er veel, en tegelijkertijd net niks. M’n vader is vanuit Urk in de auto gestapt om ons op te halen, en ongeveer tegelijkertijd dat m’n vader er was, kwam ook ons vervangend vervoer, en is m’n vader weer omgekeerd. Daar voel ik me nog wel schuldig over.

Maar goed, ik zou van een lang verhaal een kort verhaal maken. De tweede les die we geleerd hebben, is hoe belangrijk het is om vriendelijk en behulpzaam te zijn. Voor onszelf om te onthouden: als je iemand kan helpen, of iemand doet een beroep op je, probeer dan naar je beste kunnen diegene te helpen. Dat is wat ik aan dit hele smakelijke gebeuren, wil onthouden.

Comments are closed.

Navigate